ECLI:NL:RBDHA:2023:15232

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
NL22.24472 VK
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot verblijfsvergunning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.C. de Klerk, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M.G. Meyboom-de Jong. De aanvraag was afgewezen op 29 november 2022, met als doel het waarborgen van het privéleven conform artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

De voorzieningenrechter heeft de partijen toestemming gegeven om de zaak zonder zitting af te doen. Verzoekster vroeg om vrijstelling van het griffierecht, wat door de voorzieningenrechter werd toegewezen. Vervolgens werd er gekeken naar de mogelijkheid om een voorlopige voorziening te treffen, waarbij de voorzieningenrechter de belangen van verzoekster afwoog tegen die van verweerder.

Verweerder had in een brief van 24 maart 2023 aangegeven zich niet te verzetten tegen de toewijzing van de voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter oordeelde dat de werking van het bestreden besluit niet geschorst kon worden, maar dat er overeenstemming was tussen partijen dat verzoekster voorlopig niet diende te worden uitgezet. De voorzieningenrechter heeft daarom de voorlopige voorziening toegewezen en de uitzetting van verzoekster tot de beslissing op het bezwaar verboden. De proceskosten van verzoekster zullen door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.24472
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A.C. de Klerk), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: M.G. Meyboom-de Jong).

Procesverloop

In het besluit van 29 november 2022 heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning regulier met als doel “Privéleven conform artikel 8 EVRM1” afgewezen.
Verzoekster heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Partijen hebben de voorzieningenrechter toestemming gegeven om de zaak zonder zitting af te doen.

Overwegingen

1. Verzoekster heeft verzocht om vrijstelling van betaling van het griffierecht. De voorzieningenrechter ziet, mede op basis van de verstrekte gegevens, aanleiding om het verzoek toe te wijzen.
2. Wanneer tegen een besluit bezwaar is gemaakt, kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen als verzoekster daarom vraagt. Dit kan alleen als er sprake is van onmiddellijke spoed. Dit betekent dat de beslissing op het bezwaar absoluut niet kan worden afgewacht. Om dit te beoordelen moet de voorzieningenrechter de belangen van verzoekster afwegen tegen de belangen van verweerder.2
3. Verweerder heeft in de brief van 24 maart 2023 laten weten dat hij zich niet verzet tegen toewijzing van de voorlopige voorziening. Bij brief van 19 april 2023 heeft
1. Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
2 Dit volgt uit artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
verweerder toegezegd dat hij de proceskosten van eiseres zal vergoeden.
4. De voorzieningenrechter overweegt dat de werking van het bestreden besluit niet wordt geschorst, ook niet als tegen dat besluit bezwaar is gemaakt.3 Verder heeft verweerder op grond van de wet zelf geen bevoegdheid de rechtsgevolgen van het bestreden besluit op te schorten.
5. Nu partijen het er over eens zijn dat verzoekster voorlopig niet moet worden uitgezet, wijst de voorzieningenrechter de voorlopige voorziening toe en verbiedt de uitzetting tot op het bezwaar is beslist.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;
  • verbiedt verweerder verzoekster uit Nederland te verwijderen tot op het bezwaar is beslist.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.M. van Luijk - Salomons, griffier.
3 Op grond van artikel 6:16van de Awb in samenhang met artikel 73, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
22 augustus 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.