ECLI:NL:RBDHA:2023:15227

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
10 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.9010
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag tot machtiging tot voorlopig verblijf nareis asiel

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over een beroep dat door de eiser is ingediend tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf nareis asiel, maar verweerder had niet tijdig beslist op deze aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verweerschrift door de verweerder is ingediend en dat partijen geen zitting hebben aangevraagd. Hierdoor heeft de rechtbank het onderzoek gesloten zonder een zitting te houden.

De rechtbank heeft overwogen dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, maar dat het beroepschrift pas kan worden ingediend nadat het bestuursorgaan in gebreke is gesteld en er twee weken zijn verstreken na ontvangst van de ingebrekestelling. In dit geval heeft de eiser verweerder op 3 maart 2022 in gebreke gesteld, maar de beslistermijn was op dat moment nog niet verstreken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beslistermijn eindigde op 19 maart 2022, en dat de ingebrekestelling te vroeg was verzonden.

Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, en is op 10 augustus 2023 openbaar gemaakt. Eiser kan binnen vier weken na deze datum een beroepschrift indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hij het niet eens is met deze uitspraak.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.9010
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]

(gemachtigde: mr. S. Oukil), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend, omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf nareis asiel (de aanvraag).
Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en heeft gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting.1
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld.2 Het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.3
3. Als de iemand de ingebrekestelling te vroeg stuurt, is het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk kan beoordelen. Verweerder moet uiterlijk binnen 90 dagen na ontvangst van de aanvraag beslissen.4 Bij de ontvangstbrief van 19 september 2022 heeft verweerder de beslistermijn met drie maanden verlengd. In dit
1. Artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3 Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
4 Artikel 2u, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
geval eindigde de beslistermijn daarom op 19 maart 2022. Eiser heeft verweerder op 3 maart 2022 in gebreke gesteld. Op dat moment was de beslistermijn nog niet verstreken.
4. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, in aanwezigheid van O.G. Hulsman, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
10 augustus 2023

Documentcode: [Documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.