Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Stichting Hoger Onderwijs Nederland, h.o.d.n. Hogeschool INHolland,
1.Het procesverloop
2.De feiten
(…) Dit doen [functie02] niet zomaar. Welke inschatting heb jij hierbij?”. Werkneemster reageert daarop per e-mail dat zij geen idee heeft.
- Pakt haar rol niet
- Er wordt over hen heen gewandeld
- Verschillende boodschappen
- Bij kritiek loop je tegen de muur
- Veel negativiteit
- Voel me als een klein kind behandeld en voel met bang.
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Er zijn uit het team van [verzoekster01] meer dan vijf collega’s naar de [functie02] gestapt. Dit heeft betrekking op haar functioneren.” Daarnaast worden in het verbeterplan de volgende punten genoemd:
“Pakt haar rol niet”, “Er wordt over hen heen gewandeld”, “Verschillende boodschappen”, “Bij kritiek loop je tegen de muur”, “Veel negativiteit”, “Voel me als een klein kind behandeld en voel me bang”.
Kamerstukken II, 2013–2014, 33 818, nr. 3, pag. 32-34 en
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 7, pag. 91). Uit het
New Hairstyle-arrest van de Hoge Raad van 30 juni 2017 (ECLI:NL:HR:2017:1187) volgt evenwel dat dit niet hoeft te betekenen dat de gevolgen van een beëindiging van het dienstverband bij het bepalen van de omvang van de billijke vergoeding geen rol mogen spelen in een geval waarin de wet een werknemer een aanspraak geeft op zo'n vergoeding omdat de werkgever een ernstig verwijt kan worden gemaakt van de reden dat de arbeidsovereenkomst eindigt. Als ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, dan dient de werknemer hiervoor volgens de wetsgeschiedenis te worden gecompenseerd, ook om dergelijk handelen of nalaten van de werkgever te voorkomen. Bij de begroting van de billijke vergoeding komt het aan op alle omstandigheden van het geval.
Kamerstukken II, 2016–2017, 34 699, nr. 3, pag. 10).
€ 10.000,00 exclusief BTW. Het is vaste jurisprudentie dat een verzoek of vordering tot vergoeding van de werkelijke kosten van juridische bijstand alleen toewijsbaar is onder bijzondere omstandigheden. Ook de eisen van goed werkgeverschap kunnen onder bijzondere omstandigheden tot een dergelijke verplichting leiden (zie overwegingen 3.5.1 en 3.5.2 in ECLI:NL:HR:2017:1187). De kantonrechter ziet daar in dit geval aanleiding toe. InHolland heeft, met het handelen dat hiervoor als ernstig verwijtbaar is gekwalificeerd de norm van goed werkgeverschap geschonden (artikel 7:611 BW). Zij heeft met haar handelen werkneemster geen andere keus gelaten dan een procedure te starten en daarmee werkneemster in een positie geplaatst dat zij hoge kosten heeft moeten maken om het dienstverband te doen eindigen en de met de ernstige verwijtbaarheid gepaard gaande vergoedingen te ontvangen. Deze kosten moeten vanwege de genoemde normschending voor rekening van InHolland te komen. InHolland heeft de hoogte van de gevorderde advocaatkosten niet betwist. Het bedrag aan advocaatkosten wordt gelet daarop toegewezen zoals gevorderd.
6.De beslissing
€ 10.000,00 exclusief BTW aan advocaatkosten;