ECLI:NL:RBDHA:2023:1514

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
13 februari 2023
Zaaknummer
NL22.25201
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheid Frankrijk

In de zaak tussen een verzoekster en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 februari 2023 uitspraak gedaan. De verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 2 februari 2023, waarbij de verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk aanwezig was. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, met zaaknummer NL22.25200, behandeld, waarin het beroep van de verzoekster ongegrond werd verklaard. Dit had directe gevolgen voor het verzoek om voorlopige voorziening, aangezien de rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was om het verzoek toe te wijzen.

De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen proceskostenveroordeling aan de orde was. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.25201

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoekster, V-nummer: [Nummer]

mede namens haar minderjarige kinderen
[Naam 2]en
[Naam 3]
(gemachtigde: mr. J.J. Bronsveld),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. H.J. Metselaar).

Procesverloop

Bij besluit van 8 december 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaken NL22.25198, NL22.25199 en NL22.25200, op 2 februari 2023 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen K. Soltani. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.25200, heeft de rechtbank het beroep waarop deze voorlopige voorziening betrekking heeft ongegrond verklaard. Om die reden zal het verzoek als ongegrond worden afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.