ECLI:NL:RBDHA:2023:15136

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 oktober 2023
Publicatiedatum
9 oktober 2023
Zaaknummer
AWB 23/4773
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond beroep tegen inhouding leefgeld asielzoeker na agressief gedrag

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de inhouding van leefgeld van een asielzoeker. De eiser, die in een procesopvanglocatie verbleef, veroorzaakte op 19 april 2023 commotie tijdens de voedseluitgifte. Hij uitte zijn wantrouwen jegens medebewoners die hielpen bij de voedseluitgifte en beschuldigde hen van bevoordeling. Na een verhitte woordenwisseling met een medewerker van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) werd eiser verbaal agressief, wat leidde tot overlast van middelgrote impact. Als gevolg hiervan besloot het COa om gedurende vier weken € 12,95 per week in te houden op zijn leefgeld.

Eiser was het niet eens met deze maatregel en stelde dat hij in plaats van gestraft te worden, beloond zou moeten worden voor het aankaarten van de vermeende misstanden. Hij voerde aan dat het ingehouden bedrag niet voldoende was om in zijn basisbehoeften te voorzien. De rechtbank oordeelde echter dat de maatregel van het COa passend was, gezien de ernst van het gedrag van eiser en de impact daarvan op de leefomgeving. De rechtbank stelde vast dat de maatregel niet was opgelegd vanwege de melding van misstanden, maar vanwege de overlast die eiser had veroorzaakt.

De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de maatregel in stand blijft. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. W. Anker, rechter, en is openbaar gemaakt op 20 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 23/4773
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
V-nummer: [nummer]
en
het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa), verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 21 april 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder gedurende vier weken € 12,95 per week ingehouden op het leefgeld van eiser.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Overwegingen
1. De wet- en regelgeving die op deze zaak van toepassing is, staat in de bijlage bij deze uitspraak.
2. Op 19 april 2023 heeft eiser commotie veroorzaakt bij de voedseluitgifte van de procesopvanglocatie in Oostrum. Op de dagen daarvoor heeft eiser zich vaker bij de voedseluitgifte opgehouden. In reactie op een vraag van een COa-medewerker geeft eiser aan dat hij de bewoners die helpen bij de voedseluitgifte niet vertrouwt en dat hij hen ervan verdenkt dat zij zichzelf bevoordelen met grotere porties. Als de COa-medewerker zegt dat hiervan geen sprake is, verheft eiser zijn stem en trekt hij de aandacht van medebewoners en de beveiliging. Eiser weigert vervolgens om met de COa-medewerker mee te gaan om hierover verder te spreken en wordt verbaal agressief tegen de COa-medewerker. Hierdoor is er overlast van middelgrote impact ontstaan.
3. Verweerder heeft daarom bij het bestreden besluit aan eiser de maatregel opgelegd dat er gedurende vier weken € 12,95 wordt ingehouden van zijn leefgeld.
4. Eiser is het hier niet mee eens. Hij voert aan dat hij meermaals duidelijk heeft gezien dat de bewoners die helpen bij de voedseluitgifte zichzelf bevoordelen met grotere porties. Eiser stelt dat hij zou moeten worden beloond in plaats van gestraft voor het onthullen van deze gedragingen. Ook voert eiser aan dat het verminderde leefgeld niet voldoende is om te voorzien in zijn basisbehoeften.
5. De rechtbank kan hier meteen uitspraak over doen en hoeft daarom geen zitting te houden.
De rechtbank oordeelt als volgt.
6. Op grond van artikel 5 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers staat er rechtstreeks beroep bij de rechtbank open tegen het bestreden besluit.
7. Op grond van artikel 10 van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva) heeft het COa de bevoegdheid om bij wijze van maatregel verstrekkingen te onthouden. De werkwijze van het COa bij het opleggen van maatregelen is neergelegd in het Reglement Onthoudingen Verstrekkingen (ROV).
8. Op pagina 15 van het ROV staat dat een maatregel van de categorieën 2 tot en met 3 wordt opgelegd als sprake is van middelgrote impact, bijvoorbeeld door agressie en geweld met een kleine impact zoals woordenwisseling en kleine ruzie. Het inhouden van een deel van het leefgeld gedurende vier weken is een categorie 3-maatregel.
9. Eiser betwist niet dat er sprake is geweest van een woordenwisseling met een COa-medewerker die heeft geleid tot commotie. Ook ontkent eiser niet dat hij verbaal agressief is geweest tegen een COa-medewerker. Gelet op het ROV is de door verweerder opgelegde maatregel van categorie 3 daarbij passend. In wat eiser aanvoert, ziet de rechtbank geen aanleiding om hier anders over te denken. Als de bewoners die helpen bij de voedseluitgifte zichzelf inderdaad bevoordelen, is dat niet eerlijk. De maatregel is er echter niet op gebaseerd dat eiser dit heeft aangekaart, maar op de overlast die is ontstaan vanwege de manier waarop hij dat heeft gedaan. Verder komen eisers basisbehoeften niet in het geding omdat verweerder daarin op grond van het Rva los van het leefgeld moet voorzien.
10. Het beroep is kennelijk ongegrond. Dit betekent dat eiser geen gelijk krijgt. De maatregel blijft in stand.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, op 20 september 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.
Bijlage

Algemene wet bestuursrecht

Artikel 8:54, eerste lid, aanhef en onder d:
Totdat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting van de bestuursrechter te verschijnen, kan de bestuursrechter het onderzoek sluiten, indien voortzetting van het onderzoek niet nodig is, omdat: het beroep kennelijk gegrond is.

Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers

Artikel 5, eerste lid:
In afwijking van artikel 72, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 zijn de afdelingen 1, 3 en 4 van hoofdstuk 7 van de Vreemdelingenwet 2000 van toepassing op besluiten in het kader van het onthouden dan wel de beëindiging van verstrekkingen bij of krachtens deze wet.

Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005

Artikel 10, eerste lid, aanhef en onder h:
Het COA kan de in artikel 9, eerste lid, bedoelde verstrekkingen beperken of, in uitzonderlijke gevallen intrekken indien de asielzoeker: ernstig inbreuk maakt op de verplichtingen, bedoeld in artikel 19, eerste lid.

Reglement Onthoudingen Verstrekkingen COa

Pagina 15
(…) ROV-maatregel 2 tot en met 3 wordt opgelegd wanneer er sprake is van een middelgrote impact van een incident/getoonde gedrag van een bewoner. Onder middelgrote impact wordt bijvoorbeeld verstaan: (…) agressie met geweld met een kleine impact, zoals: (…) woordenwisseling, kleine ruzie.