ECLI:NL:RBDHA:2023:15135

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 oktober 2023
Publicatiedatum
9 oktober 2023
Zaaknummer
AWB 22/5613
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende EU-verblijfsvergunning

In de zaak tussen [naam], verzoekster, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 oktober 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 19 augustus 2022, waarin haar aanvraag voor een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen werd afgewezen. Tevens werd vastgesteld dat zij niet in aanmerking kwam voor een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd en werd de niet-verlenging van haar verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat het bestreden besluit hangende het beroep zou worden geschorst.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag in een andere zaak (AWB 22/5612) al een uitspraak is gedaan die betrekking heeft op het beroep van verzoekster. Hierdoor is het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig, en wordt het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/5613

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. drs. S. Qiao),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 19 augustus 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekster tegen de afwijzing van haar aanvraag om verlening van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen, de vaststelling dat zij niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd en de niet-verlenging van haar verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekster heeft beroep (AWB 22/5612) ingesteld tegen het bestreden besluit. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat het bestreden besluit hangende het beroep wordt geschorst.
De voorzieningenrechter doet uitspraak buiten zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag in de zaak met nummer AWB 22/5612 heeft de rechtbank beslist op het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. Om die reden wordt het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, op 28 september 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
De voorzieningenrechter is verhinderd om
deze uitspraak mede te ondertekenen.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.