ECLI:NL:RBDHA:2023:15131
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Spanje
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een asielzoekster, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin haar asielaanvraag niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij het niet eens was met het bestreden besluit.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak (zaaknummer NL23.20869) die betrekking had op het beroep van verzoekster. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de eerdere uitspraak al een beslissing op het beroep had gegeven. Daarnaast werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.