ECLI:NL:RBDHA:2023:15129

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
9 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.20869
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van de Dublinverordening

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft op 28 september 2023 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk. De staatssecretaris heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 18 juli 2023 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de aanvraag op basis van de Dublinverordening.

De rechtbank legt uit dat de Dublinverordening bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om overname gedaan aan Spanje, dat is aanvaard. Eiseres heeft aangevoerd dat Spanje niet voldoet aan het interstatelijk vertrouwensbeginsel, omdat er problemen zijn met de toegang tot opvang. De rechtbank oordeelt echter dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Spaanse autoriteiten haar geen opvang zullen bieden, ondanks de problemen die in een rapport zijn genoemd.

Daarnaast heeft eiseres medische problemen aangevoerd en gesteld dat ze afhankelijk is van de hulp van haar dochter. De rechtbank concludeert dat de medische gegevens niet aantonen dat de overdracht naar Spanje leidt tot een onomkeerbare achteruitgang van haar gezondheid. Eiseres heeft niet voldoende onderbouwd welke zorg zij nodig heeft en welke rol haar dochter daarin speelt. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres kan worden overgedragen aan Spanje, en zij krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.20869

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J.M. Bell),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. A. Hadfy-Kovács).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar asielaanvraag. Verweerder heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 18 juli 2023 niet in behandeling genomen omdat Spanje verantwoordelijk is voor de aanvraag.
2. De rechtbank heeft het beroep op 28 september 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, A. Markarian als tolk, en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

3. De Europese Unie heeft gezamenlijke regelgeving over het in behandeling nemen van asielaanvragen. Die regelgeving staat in de Dublinverordening. [1] Op grond van de Dublinverordening neemt verweerder een asielaanvraag niet in behandeling als is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. In dit geval heeft Nederland bij Spanje een verzoek om overname gedaan, omdat eiseres daar een visum heeft gekregen wat minder dan zes maanden geleden was verlopen. Spanje heeft dit verzoek aanvaard met een zogenoemd claimakkoord. Verweerder heeft hierna vastgesteld dat Spanje verantwoordelijk is voor het behandelen van de asielaanvraag. [2]
4. De rechtbank beoordeelt het besluit van verweerder aan de hand van de argumenten die eiseres heeft aangevoerd: de beroepsgronden. De uitkomst hiervan is dat de rechtbank het beroep ongegrond zal verklaren. Dat betekent dat eiseres ongelijk krijgt en het besluit van verweerder in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het interstatelijk vertrouwensbeginsel
5. Bij zijn besluit om asielzoekers op grond van de Dublinverordening over te dragen aan een andere lidstaat van de Europese Unie mag verweerder er in beginsel van uitgaan dat de autoriteiten van deze lidstaat asielzoekers behandelen in overeenstemming met internationale verplichtingen en de waarborgen die daaruit voortvloeien. Dit noemen we het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Dit geldt dus ook voor overdracht aan Spanje. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan.
6. Eiseres stelt dat ten aanzien van Spanje niet van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan, omdat er problemen zijn met de toegang tot de opvang in Spanje. Hierbij verwijst ze naar een rapport van AIDA ‘Spain update 2021’ van 29 april 2022. Dit is volgens haar een structurele tekortkoming in het asielsysteem.
7. Door het claimakkoord heeft eiseres uitdrukkelijke toestemming van de Spaanse autoriteiten om naar Spanje te komen. Met het claimakkoord hebben zij ook toegezegd om de asielaanvraag van eiseres te behandelen en daarbij de internationale verplichtingen, waaronder het regelen van opvang, te respecteren. Hoewel uit het AIDA-rapport blijkt dat er problemen zijn met de toegang tot de opvang, heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat de Spaanse autoriteiten haar geen opvang zullen bieden. Deze beroepsgrond slaagt niet.
Medische problemen en afhankelijkheid van dochter
8. Eiseres stelt dat ze medische problemen heeft en dat ze daarom afhankelijk is de hulp van haar dochter. [3] Ook stelt ze dat de overdracht een risico op een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang van haar gezondheid met zich meebrengt. Hiermee doet zij impliciet een beroep op het arrest C.K. [4] Zij heeft hierbij medische gegevens overgelegd, waarin onder andere wordt gesteld dat de dochter de mantelzorg op zich neemt.
9. Uit de medische gegevens blijkt dat eiseres verschillende medische klachten heeft, maar niet dat deze klachten zodanig ernstig zijn dat de overdracht leidt tot een onomkeerbare achteruitgang van haar gezondheid. Ook heeft eiseres niet voldoende duidelijk gemaakt welke zorg ze nodig heeft en welke zorgtaken haar dochter precies heeft. De enkele stelling dat de dochter mantelzorger is, is niet voldoende concreet om aan te nemen dat eiseres afhankelijk is van haar dochter.

Conclusie en gevolgen

10. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres kan worden overgedragen aan Spanje. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 604/2013.
2.Op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
3.Zoals bedoeld in artikel 16 van de Vw.
4.Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 16 februari 2017 in de zaak C.K. tegen Slovenië, ECLI:EU:C:2017:127.