Beoordeling door de rechtbank
1. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres aan de hand van de beroepsgronden die zij heeft aangevoerd.
2. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Zij is op 24-jarige leeftijd door haar vader gedwongen om te trouwen met een man van 80 jaar oud. Die man mishandelde haar lichamelijk en geestelijk en na een jaar mocht zij van haar vader scheiden. Vervolgens wilde de baas van Al-Shabaab in Ceel Cali, [naam 1], met haar trouwen, maar zij wilde dit niet. Haar vader weigerde daarom zijn toestemming te geven. Voor haar veiligheid is eiseres toen naar een oom in Beledweyne gebracht. Vervolgens zijn haar moeder en nicht door leden van Al-Shabaab in elkaar geslagen, haar moeder is gevangen genomen en haar vader is vermoord door Al-Shabaab, omdat eiseres was gevlucht. In
Beledweyne heeft eiseres een man leren kennen waarmee ze is getrouwd. Daarom is ze door Al-Shabaab veroordeeld tot steniging. Uit vrees gedood te worden door Al-Shabaab, heeft zij toen Somalië verlaten.
3. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
4. identiteit, nationaliteit en herkomst;
5. veroordeling tot steniging door Al-Shabaab.
Het eerste element acht de staatssecretaris geloofwaardig, maar het tweede element vindt de staatssecretaris ongeloofwaardig, omdat de verklaringen van eiseres vaag, inconsistent en bevreemdingwekkend zijn. De staatssecretaris concludeert daarom dat de asielaanvraag ongegrond is.
Geloofwaardigheidsindicatoren en referentiekader
4. Eiseres voert aan dat de staatssecretaris geen enkele externe geloofwaardigheids- indicator heeft gebruikt en slechts interne geloofwaardigheidsindicatoren heeft betrokken. Dit is in strijd met artikel 4, derde lid, van de Definitierichtlijn. Verder heeft de staatssecretaris onvoldoende rekening gehouden met het referentiekader van eiseres. Zij heeft geen opleiding gevolgd en heeft moeite met het schatten van data en de duur van een periode.
5. De rechtbank volgt de staatssecretaris in zijn standpunt dat het niet zo is dat altijd van zowel interne als externe geloofwaardigheidsindicatoren gebruik gemaakt moet worden. Het is afhankelijk van het asielrelaas van een vreemdeling in welke mate en verhouding interne en externe geloofwaardigheidsindicatoren worden toegepast in de beoordeling, waarbij het zwaartepunt ligt bij de verklaringen die de vreemdeling zelf aflegt. In dit geval is het bovendien niet juist dat de staatssecretaris geen enkele externe geloofwaardigheidsindicator heeft betrokken. De staatssecretaris heeft namelijk verwezen naar het algemeen ambtsbericht over Somalië van juni 2023 (het ambtsbericht).
6. De rechtbank volgt de staatssecretaris ook in zijn standpunt dat hij voldoende rekening heeft gehouden met het referentiekader van eiseres, zowel tijdens het nader gehoor als bij de beoordeling van haar asielrelaas. De hoormedewerker heeft korte, duidelijke vragen gesteld en vragen zo nodig herhaald. De staatssecretaris heeft het referentiekader van eiseres verder kenbaar betrokken in zijn beoordeling. De staatssecretaris heeft terecht overwogen dat het feit dat eiseres ongeschoold is, niet betekent dat haar verklaringen niet consistent hoeven te zijn.
De geloofwaardigheid van het asielrelaas
7. Eiseres heeft verklaard dat Al-Shabaab haar heeft medegedeeld dat zij is veroordeeld tot steniging. Daarna is zij meerdere malen telefonisch bedreigd door Al-Shabaab. Uit deze telefoontjes bleek dat ze werd bespioneerd, omdat de beller wist te vertellen waar ze was geweest en welke kleding ze droeg. De staatssecretaris vindt het ongeloofwaardig dat leden van Al-Shabaab ongeveer vijf maal zo dicht in de nabijheid van eiseres zijn geweest dat zij
haar kleding konden beschrijven, maar haar toch niets hebben aangedaan. Uit het ambtsbericht blijkt dat leden van Al-Shabaab in staat zijn om zowel binnen als buiten hun controlegebied complexe aanslagen uit te voeren.
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris niet ten onrechte de conclusie getrokken dat de gestelde problemen met Al-Shabaab ongeloofwaardig zijn. De staatssecretaris verwijst hiervoor terecht naar het ambtsbericht. De verklaring van eiseres dat zij geluk heeft gehad dat zij ongemoeid is gelaten en dat het verschillende leden van Al- Shabaab zijn die mensen bespioneren, dreigtelefoontjes plegen en aanslagen plegen, heeft de staatssecretaris niet als afdoende verklaring hoeven volgen. De stelling van eiseres dat er meerdere factoren van invloed zijn op de vraag of iemand veilig is voor Al-Shabaab, omdat in het ambtsbericht staat dat de veiligheid buiten Al-Shabaabgebied voornamelijk samenhangt met individuele omstandigheden en het sociale netwerk, heeft de staatssecretaris ook niet tot een ander oordeel hoeven brengen. Eiseres heeft niet duidelijk gemaakt hoe haar individuele omstandigheden of sociale netwerk hebben kunnen voorkomen dat haar iets is aangedaan door Al-Shabaab.
9. Ook overigens heeft eiseres vage verklaringen afgelegd en heeft zij op veel vragen geen antwoord kunnen geven. Zo heeft zij verklaard dat Al-Shabaab alles weet, bijvoorbeeld dat zij opnieuw was getrouwd, maar kan zij niet uitleggen hoe dat dan kan. Ook weet zij niet wanneer haar oom in Beledweyne door Al-Shabaab is bezocht en hoeveel tijd er zat tussen het huwelijksaanzoek van [naam 1] en haar vertrek naar Beledweyne. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris van eiseres mogen verwachten dat zij (gedetailleerder) kan verklaren over dergelijke ingrijpende gebeurtenissen.
10. Eiseres voert aan dat de staatssecretaris haar ten onrechte een vestigingsalternatief tegenwerpt in Mogadishu en Beledweyne. Eiseres verwijst daartoe naar rapporten van de EUAA van juni 2022 en de UNHCR van september 2022, waarin staat dat een redelijk vestigingsalternatief in Mogadishu alleen beschikbaar is voor alleenstaande en gezonde jonge mannen of kinderloze koppels zonder kwetsbaarheden, die behoren tot een lokale meerderheidsclan en die voldoende mogelijkheden hebben om in hun eigen onderhoud te voorzien.
11. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris goed heeft gemotiveerd dat eiseres een vestigingsalternatief heeft in Mogadishu en/of Beledweyne. De staatssecretaris heeft getoetst aan zijn beleid, zoals neergelegd in paragraaf C7/30.5.2 van de Vc1, waarin is opgenomen dat een binnenlands vestigingsalternatief kan worden tegengeworpen als er concrete aanknopingspunten zijn dat de vreemdeling eerder in het gebied heeft verbleven en er naaste familie aanwezig is in het gebied. De rechtbank overweegt dat het beleid van de staatssecretaris onder andere is gebaseerd op het ambtsbericht en dat de rapporten van de EUAA en de UNHCR zijn betrokken bij dat ambtsbericht. Uit die rapporten blijkt dat de vraag, of aan een vreemdeling een vestigingsalternatief kan worden tegengeworpen, afhankelijk is van de individuele omstandigheden van het geval. Het is dus niet zo dat een vestigingsalternatief per definitie alleen kan worden tegengeworpen aan de twee groepen vreemdelingen die eiseres heeft genoemd. De staatssecretaris heeft terecht geconcludeerd
1. Vreemdelingencirculaire 2000.
dat in het geval van eiseres is voldaan aan de voorwaarden uit het beleid. Eiseres heeft verklaard dat zij van december 2020 tot januari 2022 in Beledweyne heeft verbleven en daarna in Mogadishu. In beide steden heeft eiseres ook naaste familie en dus een sociaal netwerk. In Mogadishu woont haar echtgenoot met zijn familie en in Beledweyne haar oom met zijn gezin. De stelling van eiseres dat zij geen contact kan krijgen met haar echtgenoot en/of met haar oom, heeft zij niet aannemelijk gemaakt en is bovendien onvoldoende om ervan uit te gaan dat zij niet op hen zou kunnen terugvallen.