ECLI:NL:RBDHA:2023:15092

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
6 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.5086
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring beroep asielaanvraag na inwilliging door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft eiseres, een Syrische vrouw, op 7 november 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in Nederland. De Nederlandse autoriteiten hebben op 1 december 2021 een terugnameverzoek gedaan aan Duitsland op basis van de Dublinverordening, welke door Duitsland op 19 december 2021 is goedgekeurd. Eiseres heeft op 3 februari 2023 de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. Vervolgens heeft zij op 17 februari 2023 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit.

Op 1 augustus 2023 heeft de Staatssecretaris de aanvraag van eiseres ingewilligd. De rechtbank heeft eiseres op 2 augustus 2023 verzocht om binnen twee weken te laten weten of zij het eens is met dit besluit. Eiseres heeft echter geen reactie gegeven. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht niet nodig was.

De rechtbank heeft geoordeeld dat, aangezien er inmiddels een besluit op de asielaanvraag is genomen, eiseres geen belang meer heeft bij haar beroep tegen het niet tijdig beslissen. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten, omdat er geen geldige ingebrekestelling was en eiseres geen reactie heeft gegeven op het besluit van 1 augustus 2023. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.5086

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiseres

geboren op [geboortedatum] ,
van Syrische nationaliteit,
V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. S. Kalu-Mollema),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: M. Janssen).

Procesverloop

Op 7 november 2021 heeft eiseres in Nederland een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend.
Op 1 december 2021 hebben de Nederlandse autoriteiten een terugnameverzoek gedaan aan de Duitse autoriteiten op grond van artikel 18, eerste lid, onder b, van de Dublinverordening. De Duitse autoriteiten zijn op 19 december 2021 akkoord gegaan met dit verzoek.
Bij brief van 3 februari 2023 heeft eiser verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. Eiseres heeft vervolgens op 17 februari 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
Bij besluit van 1 augustus 2023 heeft verweerder de aanvraag van eiseres ingewilligd.
De rechtbank heeft bij bericht van 2 augustus 2023 eiseres verzocht binnen twee weken de rechtbank te informeren of zij het al dan niet eens is met het besluit van 1 augustus 2023. Eiseres heeft geen reactie gegeven op het alsnog genomen besluit.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in deze zaak niet nodig is.
2. Nu verweerder reeds een besluit op de asielaanvraag van eiseres heeft genomen, heeft eiseres geen belang meer bij haar beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank zal daarom het beroep tegen het niet tijdig beslissen op de aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.
3. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een vergoeding van de proceskosten voor het beroep niet tijdig beslissen. Verweerder heeft in het besluit van 1 augustus 2023 uiteengezet dat geen sprake is van een geldige ingebrekestelling. Eiseres heeft ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld geen reactie op gegeven. Onder die omstandigheden gaat de rechtbank er vanuit dat ook dit onderdeel van het besluit niet in geschil is.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Karsowidjojo, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.