Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser afkomstig uit Gaza. De eiser had op 11 juli 2023 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, welke op 26 juli 2023 werd opgeheven. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 7 augustus 2023, waarbij zowel eiser als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring was opgelegd op basis van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000, en dat er voldoende gronden waren voor de veronderstelling dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser voerde aan dat de inzet van zeven opsporingsambtenaren bij zijn staandehouding disproportioneel was, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende redenen waren om deze maatregel te rechtvaardigen, gezien de eerdere gedragingen van eiser en het risico voor de veiligheid.
De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was en dat er geen aanleiding was om schadevergoeding toe te kennen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 31 augustus 2023.