ECLI:NL:RBDHA:2023:14949
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Verzoeker, van Albanese nationaliteit en geboren in 1996, heeft op 14 juni 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft deze aanvraag op 29 juni 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond en heeft verzoeker een inreisverbod van twee jaar opgelegd, zonder hem een vertrektermijn te geven.
Tegen het bestreden besluit heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met het beroep (zaaknummer NL23.19069), op 10 augustus 2023 behandeld. Tijdens de zitting waren verzoeker, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig.
Bij uitspraak van 8 september 2023 heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening daarom afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, in aanwezigheid van mr. L.E. Mollerus, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.