Op 29 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [bedrijf01] B.V. tot afkondiging van een afkoelingsperiode ex artikel 376 Faillissementswet. De verzoekster, die zich richtte op de groothandel in [product01] en [product02], had op 18 september 2023 een startverklaring ingediend voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster in een toestand verkeert waarin het aannemelijk is dat zij niet in staat zal zijn om haar schulden te betalen zonder herstructurering. De rechtbank heeft het verzoek tot afkondiging van de afkoelingsperiode toegewezen, omdat dit noodzakelijk is voor de voortzetting van de onderneming en het aanbieden van een akkoord aan de schuldeisers. De rechtbank heeft een afkoelingsperiode van drie maanden vastgesteld, met de verplichting voor verzoekster om de rechtbank uiterlijk op 1 november 2023 te informeren over de voortgang van de akkoordprocedure, inclusief een taxatierapport van de activa en een bijgewerkt liquiditeitsoverzicht. De beslissing houdt in dat de bevoegdheid van derden tot verhaal op de goederen van verzoekster is geschorst, en dat de behandeling van een faillissementsverzoek door een schuldeiser eveneens is geschorst.