Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 15 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 28 april 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft de zaak behandeld en uitspraak gedaan op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser heeft zijn asielaanvraag ingediend op 28 april 2022, en de beslistermijn bedraagt op grond van artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 zes maanden. De beslistermijn is verlengd met negen maanden door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22, waardoor deze op 28 juli 2023 is geëindigd. Eiser heeft verweerder op 1 augustus 2023 in gebreke gesteld, en het beroep is op 15 augustus 2023 ingesteld, wat binnen de termijn van twee weken na de ingebrekestelling valt. Echter, de rechtbank concludeert dat niet aan de vereisten van artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is voldaan, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep niet-ontvankelijk.