ECLI:NL:RBDHA:2023:14878
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en verantwoordelijkheidskwesties onder de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 17 juli 2023 niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 8 augustus 2023 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris de aanvraag niet in behandeling had hoeven nemen, aangezien Duitsland verantwoordelijk is op basis van de Dublinverordening. Nederland heeft een verzoek om terugname aan Duitsland gedaan, dat door Duitsland is aanvaard. Eiser heeft ter zitting zijn bezwaren tegen de verantwoordelijkheid van Duitsland niet langer volgehouden, maar heeft wel aangevoerd dat zijn persoonlijke omstandigheden, zoals verslavingsproblematiek en psychische problemen, aanleiding zouden moeten zijn om zijn aanvraag in behandeling te nemen.
De rechtbank concludeert echter dat eiser zijn stellingen over zijn psychische problemen en verslaving niet met documenten heeft onderbouwd. Ook heeft hij niet aangetoond dat hij in Duitsland geen hulp heeft gekregen voor zijn verslaving of dat Nederland het meest geschikte land is voor zijn behandeling. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, rechter, en is openbaar gemaakt op 15 augustus 2023.