ECLI:NL:RBDHA:2023:14834

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
3 oktober 2023
Zaaknummer
09/266639-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen van gijzeling na onvoldoende bewijs van nauwe en bewuste samenwerking

Op 26 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplegen van gijzeling. De zaak kwam ter terechtzitting op 12 september 2023, waar de officier van justitie, mr. A.L.M. de L'Isle, de verdachte een gevangenisstraf van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden, heeft gevorderd. De verdediging, vertegenwoordigd door raadsvrouw mr. H. Yilmaz, pleitte voor integrale vrijspraak.

De rechtbank oordeelde dat voor een bewezenverklaring van medeplegen voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en medeverdachten moet worden aangetoond. De rechtbank concludeerde dat de betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde feit niet kon worden vastgesteld. De verdachte was weliswaar in de buurt van de locaties waar het slachtoffer was, maar er was onvoldoende bewijs om te concluderen dat hij een significante bijdrage had geleverd aan de gijzeling.

Daarom heeft de rechtbank geoordeeld dat de vereiste samenwerking niet was aangetoond en heeft de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs voor de betrokkenheid bij strafbare feiten, vooral in gevallen van medeplegen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/266639-22
Datum uitspraak: 26 september 2023
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 2022 te [geboorteplaats] ,
BRP [adres 1] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 12 september 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.L.M. de L'lsle en van hetgeen door de raadsvrouw mr. H. Yilmaz (uitdrukkelijk gevolmachtigd) naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 11 augustus 2022 tot en met 12 augustus 2022 te Nieuwerkerk a/d IJssel, gemeente Zuidplas en/of Bergschenhoek, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
[slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door
- [slachtoffer 1] bij zijn woning op te zoeken,
- tegen [slachtoffer 1] te zeggen dat er geld moest komen,
- het zich als groep naar [slachtoffer 1] begeven en/of creëren van een numeriek overwicht ten opzichte van [slachtoffer 1] ,
- de autosleutel van [slachtoffer 1] af te pakken,
- te zoeken in de auto van [slachtoffer 1] naar waardevolle goederen en/of een zomerjas (merk: Stone Island) van [slachtoffer 1] weg te nemen,
- weg te rijden met zijn, [slachtoffer 1] , auto (Ford Ka),
- tegen [slachtoffer 1] te zeggen dat hij mee moest lopen naar de auto (Toyota Aygo) en achterin moest gaan zitten,
- met [slachtoffer 1] in die auto te rijden naar een parkeerplaats,
- tegen [slachtoffer 1] te zeggen dat hij moest betalen of anders met 9 vingers naar huis zou gaan en/of (vervolgens) te dreigen dat ze hem iets aan zouden doen,
- te dreigen een Glock (vuurwapen) te halen,
- (vervolgens) een doek en/of hoodie over het hoofd van [slachtoffer 1] heen te trekken,
- [slachtoffer 1] te slaan en/of te schoppen tegen zijn lichaam,
- [slachtoffer 1] te taseren op zijn knie, been, armen en/of buik, althans zijn lichaam,
met het oogmerk een ander, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , te dwingen iets te doen of niet te doen, te weten tot afgifte van een hoeveelheid (2000 euro) geld.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde kan worden bewezen en heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren met aftrek van voorarrest. En als bijzondere voorwaarden een contact en locatieverbod met betrekking tot de aangever.
3.1.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft namens de verdachte integrale vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit.
3.2.
Vrijspraak
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af.
De verdachte is in het onderzoek in beeld gekomen omdat zijn telefoon in de avond en nacht van 11 op 12 augustus 2022 op zowel [adres 2] in Nieuwerkerk aan den IJssel (alwaar het slachtoffer vandaan is vervoerd) en op [locatie] (alwaar het slachtoffer een tijd is vastgehouden), de dichtstbijzijnde zendmasten heeft aangestraald.
Dit is opmerkelijk, aangezien deze locaties ver uit elkaar liggen, en dit
kanwijzen op betrokkenheid van de verdachte aan de gijzeling. De enkele aanwezigheid van de verdachte op een plek zegt echter niets over wat hij daar dan heeft gedaan. En als de verdachte al een bijdrage heeft gehad, dan moet wel kunnen worden vastgesteld van welk gewicht die bijdrage dan was, wil een bewezenverklaring voor het medeplegen kunnen volgen.
Het dossier biedt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende informatie om de bijdrage van de verdachte te kunnen vaststellen.
Op grond van het voorgaande is rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten niet is komen vast te staan. Er is niet gebleken van een gezamenlijke uitvoering, daarom zal de verdachte worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.

4.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. L.K. van Zaltbommel, voorzitter,
mr. P.G. Salvadori, rechter,
mr. M. Garabitian, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. V.A. Veenhuizen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 september 2023.