ECLI:NL:RBDHA:2023:14758
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag is niet in behandeling genomen omdat Polen verantwoordelijk is voor de aanvraag, zoals bepaald in de Dublinverordening. De rechtbank heeft de zaak op 14 september 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van eiser en verweerder aanwezig waren.
De rechtbank legt uit dat de Dublinverordening voorschrijft dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om terugname gedaan aan Polen, dat is aanvaard. Eiser heeft aangevoerd dat Polen zich niet aan internationale verplichtingen houdt, onder andere door het toepassen van 'pushbacks' en het houden van asielzoekers onder slechte omstandigheden. De rechtbank oordeelt echter dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd dat zijn situatie anders is dan die van andere asielzoekers die aan Polen worden overgedragen.
De rechtbank concludeert dat er geen reden is om aan te nemen dat Polen niet in staat is om de asielaanvraag van eiser op een rechtmatige manier te behandelen. Eiser heeft niet aangetoond dat hij niet kan klagen over zijn behandeling in Polen of dat hij niet de nodige bescherming kan krijgen. Daarom verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser kan worden overgedragen aan Polen. Eiser krijgt geen vergoeding voor de gemaakte kosten in de beroepsprocedure.