ECLI:NL:RBDHA:2023:1475
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.C.M.E. Schijvenaars, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin was bepaald dat de asielaanvraag niet in behandeling zou worden genomen omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling daarvan. Dit besluit was genomen op 11 januari 2023.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld op 2 februari 2023, maar verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. H.J. Metselaar. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL23.915, behandeld, die verband hield met het beroep van verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. S.C. Spruijt, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.