ECLI:NL:RBDHA:2023:14748

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 september 2023
Publicatiedatum
2 oktober 2023
Zaaknummer
10600292 EJ VERZ 23-83058
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens diefstal door werknemer en toewijzing gedeeltelijke transitievergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter op 26 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker], een werknemer van Gemeente Zuidplas, en zijn werkgever. [verzoeker] was op staande voet ontslagen wegens diefstal van een fietszadel uit een opslaghok van de gemeente. Tijdens de procedure heeft [verzoeker] verzocht om een transitievergoeding en andere vergoedingen, terwijl Gemeente Zuidplas het ontslag verdedigde als rechtmatig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoeker] op 5 mei 2023 zonder toestemming het opslaghok heeft betreden en het fietszadel heeft meegenomen. De rechter oordeelde dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was, maar dat [verzoeker] recht had op een gedeeltelijke transitievergoeding van € 7.007,72, omdat hij geen eerdere integriteitsschendingen had gepleegd en de waarde van het gestolen object gering was. De rechter heeft ook geoordeeld dat [verzoeker] in de kosten van de procedure moest worden veroordeeld, terwijl de verzoeken van Gemeente Zuidplas niet verder werden behandeld. De uitspraak benadrukt de ernst van diefstal in een ambtelijke context en de noodzaak van integriteit.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats Gouda
Zaaknummer: 10600292 EJ VERZ 23-83058
Beschikking van de kantonrechter d.d. 26 september 2023 in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij, tevens verwerende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. T.E. Houkes,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
Gemeente Zuidplas,
gevestigd en kantoorhoudende te Nieuwerkerk aan den IJssel,
verwerende partij, tevens verzoekende partij,
hierna te noemen: Gemeente Zuidplas,
gemachtigde: mr. M.E.P. Somers.

1.Het verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennis genomen van de navolgende stukken, uit welke stukken tevens het verloop van de procedure blijkt:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 7 juli 2023;
- het verweerschrift, tevens houdende voorwaardelijke tegenverzoeken;
- de brief met bijlagen d.d. 31 augustus 2023 van mr. Houkes;
- het e-mailbericht met bijlage d.d. 1 september 2023 van mr. Somers;
- de spreekaantekeningen van mr. Houkes;
- de aantekeningen t.b.v. de mondelinge behandeling van mr. Somers;
- de aantekeningen die de griffier heeft gemaakt tijdens de mondelinge behandeling van deze zaak op 6 september 2023;
- het proces-verbaal van de descente die heeft plaatsgevonden op 6 september 2023, in aansluiting op de mondelinge behandeling van die datum.

2.De beoordeling

2.1
[verzoeker] verzoekt in deze procedure, bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, de veroordeling van Gemeente Zuidplas om:
1. aan hem te betalen de transitievergoeding ad € 14.015,44 bruto;
2. aan hem te betalen de vergoeding wegens onregelmatige opzegging ad € 10.902,27 bruto;
3. aan hem te betalen de billijke vergoeding ad € 40.910,84 bruto en € 5.176,21 netto;
4. binnen veertien dagen na de datum waarop deze beschikking wordt gegeven aan hem af te geven een schriftelijke deugdelijke bruto/netto-specificatie, waarin alle hiervoor genoemde bedragen zijn verwerkt, zulks op straffe van een dwangsom ad € 50,= per dag, voor iedere dag dat Gemeente Zuidplas hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,=;
met veroordeling van Gemeente Zuidplas in de kosten van de procedure.
2.2
[verzoeker] legt het volgende aan zijn verzoeken ten grondslag. Hij is op [datum indiensttreding] in dienst getreden bij Gemeente Zuidplas. Sinds de invoering van de WNRA, per 1 januari 2020, is op zijn arbeidsovereenkomst van toepassing de CAO Gemeenten. [verzoeker] had laatstelijk bij Gemeente Zuidplas de functie van medewerker beheer en onderhoud. Hij verdiende laatstelijk bij haar een salaris ad € 2.874,= per maand, te vermeerderen met de vakantietoeslag van 8%. [verzoeker] werkte bij Gemeente Zuidplas met veel plezier en had een goede band met zijn collega’s. Op het afvalbrengstation van Gemeente Zuidplas aan de [adres] te Nieuwerkerk aan den IJssel bevindt zich een opslaghok dat aan de voorzijde is afgesloten met een gaashekwerk. Dit hekwerk is te openen met een schuifdeur. Gedurende het dienstverband met [verzoeker] was deze deur niet afgesloten met een slot. Bij de werknemers van Gemeente Zuidplas is bekend dat het opslaghok door de gemeente wordt gebruikt voor de opslag van in de gemeente Zuidplas rondslingerende voorwerpen, zoals fietsen en dergelijke, welke voorwerpen uiteindelijk worden afgevoerd. [verzoeker] komt in de uitoefening van zijn functie regelmatig op het afvalbrenstation. Op 3 mei 2023 moest hij hier met een collega bouwhekken terugplaatsen. Tijdens dit werk liep hij met zijn collega langs het opslaghok. Zij zagen dat in dit opslaghok, behalve oude fietsen, een motor was geplaatst. Omdat [verzoeker] en zijn collega geïnteresseerd zijn in motoren, wilden zij deze motor beter bekijken. Uit nieuwsgierigheid hebben zij de schuifdeur van het hok opengeschoven en zijn de motor in het hok wezen bekijken. Op 5 mei 2023 heeft [verzoeker] het opslaghok opnieuw betreden. Het zadel van de fiets van [verzoeker] was kapot gegaan. [verzoeker] heeft daarom een fietszadel van een van de in het hok geplaatste fietsen gehaald en meegenomen. Op 9 mei 2023 is [verzoeker] uitgenodigd voor een gesprek met de clustermanager, de heer [clustermanager] , in het gemeentehuis. Bij dit gesprek waren ook aanwezig de heer [collega 1] , de heer [clustermanager] en mevrouw [collega 2] . [verzoeker] is tijdens dit gesprek geconfronteerd met het feit dat hij op 5 mei 2023 uit het opslaghok een fietszadel had weggenomen. [verzoeker] heeft tijdens dat gesprek erkend dat hij dat had gedaan. Hij heeft uitgelegd dat hij in de veronderstelling verkeerde dat de in het opslaghok geplaatste fietsen zouden worden afgevoerd en dat hij het fietszadel daarom mee kon nemen. Hij heeft aangegeven geen kwade bedoelingen te hebben gehad en heeft direct zijn excuses aangeboden. Het gesprek is hierna korte tijd onderbroken. Nadat het gesprek was hervat heeft [verzoeker] te horen gekregen dat hij op staande voet was ontslagen wegens diefstal. De ontslagbrief, gedateerd 9 mei 2023, werd hem overhandigd en [verzoeker] heeft deze brief desgevraagd ondertekend. In de brief d.d. 9 mei 2023 is geschreven dat [verzoeker] de deur van het opslaghok zou hebben
geforceerd om zichzelf de toegang tot de opslag te verschaffenen dat hij zich het fietszadel
zonder toestemming wederrechtelijk heeft toegeëigend, anders gezegd: gestolen. [verzoeker] was dusdanig overweldigd door het gesprek dat hij de brief heeft ondertekend zonder deze goed door te lezen. Aldus is hem ontgaan dat daarin ten onrechte is vermeld dat hij de schuifdeur zou hebben geforceerd. Deze deur was immers niet op slot. Aan het einde van het gesprek heeft [verzoeker] zijn aan Gemeente Zuidplas toebehorende sleutels en telefoon moeten inleveren. [verzoeker] heeft een smetteloze staat van dienst. Na meer dan twaalf jaar trouwe dienst stortte alles wat hij had opgebouwd in enkele minuten in elkaar. Op 9 mei 2023 heeft [verzoeker] per e-mail aan de heer [collega 1] laten weten dat hij zich niet kon vinden in het hem gegeven ontslag en dat hij zich beschikbaar hield voor werk. Op 10 mei 2023 heeft hij zich te 07.30 uur op het werk gemeld om te komen werken. Zijn leidinggevende heeft hem toen naar huis gestuurd. In de dagen na 9 mei 2023 heeft [verzoeker] van diverse collega’s steunbetuigingen ontvangen. Zij gaven aan dat door verschillende collega’s regelmatig diverse voorwerpen, zoals pennen, oude zadels en dergelijke werden meegenomen voor privé gebruik, zonder dat zij hierop door Gemeente Zuidplas zijn aangesproken. Op 9 en 10 mei 2023 heeft Gemeente Zuidplas de collega’s van [verzoeker] in kennis gesteld van zijn ontslag. Op 16 juni 2023 is [verzoeker] in verband met deze kwestie verhoord door de politie. Gemeente Zuidplas bleek van het wegnemen van het fietszadel bij de politie aangifte te hebben gedaan. Het Openbaar Ministerie heeft de zaak inmiddels geseponeerd. Op het politiebureau heeft [verzoeker] de camerabeelden gezien die op 5 mei 2023 van het wegnemen van het fietszadel zijn gemaakt. Deze beelden bevestigen de lezing die [verzoeker] van de onderhavige kwestie heeft gegeven. [verzoeker] stelt zich op het standpunt dat Gemeente Zuidplas hem heeft ontslagen zonder dat zij daarvoor een dringende reden had. Hij heeft de schuifdeur op 5 mei 2023 niet geforceerd. De schuifdeur zat niet op slot en was gewoon open te schuiven. [verzoeker] betwist dat hij wist dat hij het opslaghok niet mocht betreden. Van belang is verder dat [verzoeker] in de veronderstelling verkeerde dat het geen kwaad kon hij als het fietszadel zou meenemen, met name omdat een clustermanager van [verzoeker] eerder aan hem had verzocht om de lampjes van zijn (privé)auto te vervangen met lampjes uit het magazijn van Gemeente Zuidplas. [verzoeker] heeft nooit de intentie gehad om zich wederrechtelijk zaken van de gemeente Zuidplas toe te eigenen. Het ontslag dat Gemeente Zuidplas hem heeft gegeven is, gelet op de staat van dienst van [verzoeker] niet proportioneel. Zij had hem ten hoogste een officiële waarschuwing mogen geven. Van belang is voorts dat Gemeente Zuidplas voor kwesties als de onderhavige geen zero tolerance beleid hanteert. Aangezien Gemeente Zuidplas hem ten onrechte op staande voet heeft ontslagen kan [verzoeker] aanspraak maken op de door hem verzochte vergoedingen. Het door [verzoeker] verzochte bedrag ad € 5.176,21 ziet op de kosten van rechtsbijstand die hij in deze zaak heeft moeten maken.
2.3
Gemeente Zuidplas verzoekt om de afwijzing van de verzoeken van [verzoeker] . Voor zover het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig zou zijn gegeven, verzoekt zij de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen op de e, althans de g, althans de i grond. [verzoeker] moet volgens haar worden veroordeeld in de kosten van de procedures. Daartoe voert Gemeente Zuidplas het volgende aan. Zij erkent de door [verzoeker] gestelde arbeidsovereenkomst. Juist is verder dat zij [verzoeker] op 9 mei 2023 op staande voet heeft ontslagen wegens de op 5 mei 2023 gepleegde diefstal van een fietszadel. Deze diefstal vond plaats in de ruimte die Gemeente Zuidplas uitsluitend gebruikt voor de opslag van de zaken waarvoor zij als wettelijke bewaarder verantwoordelijk is. In deze opslagruimte komen alleen de medewerkers van het team Openbare Orde en Veiligheid, de veiligheidsadviseurs en de handhavers. Andere werknemers van Gemeente Zuidplas, waaronder [verzoeker] , mogen hier niet komen, en zijn hiermee bekend. Zij beschikken ook niet over de sleutel(s) waarmee de schuifdeur van de ruimte sinds begin 2023 is afgesloten met een ketting, een discusslot en een penslot en van camerabeveiliging is voorzien . Gemeente Zuidplas is daartoe overgegaan omdat haar was gebleken dat er sinds anderhalf jaar herhaaldelijk zaken uit die ruimte zijn ontvreemd. Ook op 5 mei 2023 was de ruimte afgesloten. Uit de camerabeelden blijkt dat [verzoeker] te circa 09.10 uur, tijdens werktijd, de schuifdeur van de opslagruimte bij herhaling met kracht naar binnen heeft geduwd, zodanig dat hij daarmee het penslot heeft geforceerd. Vervolgens heeft hij de schuifdeur opengeschoven, zo ver als het kettingslot, dat enige speling kan vertonen, toeliet, zodanig dat er een kier is ontstaan van circa 30-50 cm. Via die kier heeft [verzoeker] de opslagruimte zijdelings kunnen betreden. Hij heeft vervolgens met een door hem meegenomen ringsleutel het zadel van een van de in de opslagruimte aanwezige fietsen trachten te verwijderen. Omdat de ringsleutel niet paste, is dit niet gelukt. Hierna is op de camerabeelden zichtbaar dat [verzoeker] de opslagruimte haastig heeft verlaten, daarin is teruggekomen met een baco, waarmee hij het zadel heeft losgedraaid, en de opslagruimte heeft verlaten met het zadel in de hand. De schuifdeur van de opslagruimte heeft hij daarna zoveel als mogelijk in de oorspronkelijke positie gebracht, zodat het leek alsof er niemand in de ruimte was geweest. Gemeente Zuidplas neemt het standpunt in dat de diefstal van het fietszadel en de zojuist beschreven omstandigheden waaronder deze heeft plaats gevonden, het ontslag van [verzoeker] rechtvaardigen. Het meenemen van aan Gemeente Zuidplas toebehorende zaken, wordt niet getolereerd, zoals de tijdens de werkoverleggen van de buitendienst bij herhaling aan de medewerkers duidelijk is gemaakt door de clustermanager. Het aan [verzoeker] gegeven ontslag is proportioneel. Met het geven van enkel een waarschuwing heeft Gemeente Zuidplas niet kunnen volstaan, ook omdat dit geen juist signaal zou zijn naar haar organisatie. Aangezien het ontslag rechtsgeldig is gegeven, komen de door [verzoeker] verzochte vergoedingen niet voor toewijzing in aanmerking. Voor zover het ontslag niet rechtsgeldig zou zijn gegeven, verzoekt Gemeente Zuidplas de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen haar en [verzoeker] .
2.4
De kantonrechter overweegt het volgende.
2.5
Op grond van hetgeen partijen hebben aangevoerd, de in het geding gebrachte producties en hetgeen de kantonrechter heeft waargenomen tijdens de op 6 september 2023 gehouden descente staat het volgende vast. Gemeente Zuidplas heeft [verzoeker] met ingang van [datum indiensttreding] aangesteld in de functie van medewerker beheer en onderhoud C (medewerker onderhoud) op de afdeling Openbare Werken van Gemeente Zuidplas. Sinds de inwerkingtreding van de WRNA geldt de aldus ontstane rechtsverhouding als een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW. Op deze overeenkomst is van toepassing de CAO Gemeenten. [verzoeker] verdiende laatstelijk bij Gemeente Zuidplas een salaris ad € 2.874,= per maand, te vermeerderen met de vakantietoeslag van 8%. [verzoeker] heeft sinds zijn aanstelling, tot mei 2023, steeds naar behoren gefunctioneerd, althans feiten en omstandigheden waaruit iets anders blijkt, zijn niet gebleken. Op het afvalbrengstation van Gemeente Zuidplas aan de [adres] te Nieuwerkerk aan den IJssel bevindt zich een opslaghok dat aan de voorzijde is afgesloten met een gaashekwerk. Dit hekwerk is aan de voorzijde te openen met een schuifdeur. Op 5 mei 2023 heeft [verzoeker] in dit opslaghok van een van de zich daarin bevindende fietsen het zadel verwijderd. Hij heeft dit opslaghok met dit zadel in de hand verlaten. Op 9 mei 2023 heeft Gemeente Zuidplas hierover met [verzoeker] gesproken. Tijdens dit gesprek is hij op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief d.d. 9 mei 2023 is onder meer het volgende vermeld:
De reden van het gesprek is dat we hebben geconstateerd dat jij tweemaal zonder toestemming, in een afgesloten opslag van de gemeente Zuidplas bent geweest, waar spullen zijn opgeslagen die door de gemeente (tijdelijk) in beslag zijn genomen en waarvoor de gemeente als bewaarder verantwoordelijk is. Deze ruimte is door middel van een slot afgesloten en niet toegankelijk voor personen die hier niet uit hoofde van hun functie mogen zijn en niet over een sleutel beschikken. Jij hoort deze ruimte niet te betreden en beschikt niet over een sleutel. Geconstateerd is dat je deze ruimte hebt kunnen betreden door middel van braak althans het forceren van de toegangsdeur door deze te ontzetten. De eerste keer dat jij deze ruimte (…) hebt betreden was op 3 mei 2023 (…). De tweede keer dat jij deze ruimte hebt betreden was op 5 mei 2023, terwijl jij daar wederom niets te zoeken had. Tijdens dit bezoek heb jij wederom de deur geforceerd dat je jezelf toegang tot de ruimte kon verschaffen. Deze keer was je alleen en heb ik waargenomen dat je wederom rond hebt gekeken en aan spullen hebt gezeten. Uiteindelijk heb je een fietszadel van een fiets verwijderd en deze zonder toestemming, dus wederrechtelijk, toegeëigend, anders gezegd: gestolen. Spullen meenemen die niet van jou zijn kwalificeert de gemeente als diefstal zoals bedoeld in artikel 310 Wetboek van Strafrecht. Dit is niet alleen een misdraging en in strijd met het goed ambtenaarschap, maar ook een misdrijf (…). Diefstal is ernstig verwijtbaar handelen en een dringende reden om het dienstverband per direct te beëindigen.
Van het wegnemen van het zadel, op 5 mei 2023, zijn met een in het opslaghok bevestigde camera beelden gemaakt, welke beelden tijdens de mondelinge behandeling van deze zaak zijn bekeken. Tijdens de descente die op 6 september 2023 in aansluiting op de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden heeft de kantonrechter, in aanwezigheid van partijen, het in het geding zijnde opslaghok bezichtigd. In het proces-verbaal van bezichtiging is daarover onder meer het volgende vastgelegd:
Bij aankomst bij de opslagruimte is de schuifdeur van de opslagruimte gesloten en is in het midden van de voorzijde van de opslagruimte op de schuifdeur een ketting bevestigd met een hangslot. De schuifdeur wordt verder op zijn plaats gehouden door middel van een ijzeren pen. Na verwijdering van het hangslot, de ketting en na het uittrekken van de pen schuift de schuifdeur op gemakkelijke wijze(zonder dat deze geforceerd behoeft te worden)
open via de rails. (…) De opslagruimte wordt vervolgens opnieuw afgesloten met bevestiging van de ketting en het hangslot en de pen. Gemeente Zuidplas demonstreert dat de schuifdeur ook dan naar binnen kan worden geduwd, zodat de deur los komt van de pen en kan schuiven. Hierdoor ontstaat bij de ingang van de opslagruimte een kier, welke op dat moment niet groot genoeg was voor een volwassen persoon om de opslagruimte te betreden.
2.6
Op de zojuist bedoelde camerabeelden is te zien dat [verzoeker] , alvorens het opslaghok te betreden, bij herhaling met kracht de schuifdeur naar binnen duwt, de deur hierna zo ver als mogelijk opentrekt en het opslaghok via de aldus ontstane kier (van circa 30-50 cm) zijdelings betreedt. Het naar binnen duwen van de deur zou niet nodig zijn geweest indien de deur niet met het slot en de ijzeren pen zou zijn afgesloten. Gebleken is immers dat de deur in dat geval moeiteloos is open te schuiven, waarna het hok op de normale wijze kan worden betreden. Voldoende aannemelijk is daarom dat het opslaghok, anders dan [verzoeker] stelt, op 5 mei 2023 wel degelijk was afgesloten met de ketting, het hangslot en de ijzeren pen en dat hij het hok op die datum heeft betreden na het forceren van de schuifdeur, zoals tijdens de descente is getoond. Voldoende aannemelijk is daarmee ook dat [verzoeker] niet over de sleutel beschikte waarmee het opslaghok was afgesloten. Het feit dat de deur tijdens de descente van 6 september 2023 niet zodanig was open te schuiven dat een volwassen persoon niet door de kier naar binnen kon treden, leidt niet tot een ander oordeel, omdat de grootte van de kier wordt bepaald door de wijze waarop de ketting is bevestigd, losjes (er ontstaat, zoals op de camerabeelden is te zien, een ruime kier) of strak (de kier blijft zodanig smal dat daar geen volwassen persoon doorheen kan, zoals op 6 september 2023 is gezien). Vast staat dat [verzoeker] , nadat hij op 5 mei 2023 de schuifdeur had geforceerd en het opslaghok had betreden, met het door hem meegenomen gereedschap een zadel van een van de zich in het opslaghok bevindende fietsen heeft genomen. [verzoeker] heeft verklaard dat hij dat heeft gedaan omdat zijn eigen fietszadel kapot was gegaan. Daarmee is voldoende aannemelijk dat hij uit het opslaghok een fietszadel heeft meegenomen om dat zelf te gebruiken. Nu niet is gesteld of gebleken dat dit de instemming had van Gemeente Zuidplas, is te oordelen dat hij zich het zadel wederrechtelijk heeft toegeëigend. De feiten die Gemeente Zuidplas aan het ontslag op staande voet ten grondslag heeft gelegd, komen derhalve vast te staan.
2.7
Bij de beantwoording van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten de omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren ook in het oordeel te worden betrokken de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor hem zou hebben. Ook indien de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van deze persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de slotsom leiden, dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is. Bij de beantwoording van de zojuist bedoelde vraag is in het onderhavige geval verder van belang dat [verzoeker] ambtenaar is en in die hoedanigheid intrinsiek integer behoort te zijn.
2.8
Vast staat dat [verzoeker] zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van een aan Gemeente Zuidplas toebehorende, althans bij haar in bewaring zijnde zaak, een (gebruikt) fietszadel, en dat hij daartoe de schuifdeur heeft geforceerd van het met een slot afgesloten opslaghok van Gemeente Zuidplas aan de [adres] te Nieuwerkerk aan den IJssel. Door dit strafbare feit te plegen, heeft hij het vertrouwen dat Gemeente Zuidplas in hem, als werknemer en ambtenaar, mocht hebben, ernstig beschaamd, zodanig dat hij haar daarmee een dringende reden heeft gegeven om hem op staande voet te ontslaan. Het feit dat de waarde van het door hem gestolen zadel waarschijnlijk niet hoog zal zijn, maakt dit niet anders. Feit blijft immers dat hij zich het vertrouwen van Gemeente Zuidplas onwaardig heeft betoond door zich dat object zonder haar toestemming toe te eigenen. Gelet op de ernst van dat feit, heeft Gemeente Zuidplas niet behoeven te volstaan met het geven van een officiële waarschuwing. Bij de afweging van haar besluit om hem op staande voet te ontslaan, heeft zij mede in aanmerking mogen nemen dat zij met het ontslag van [verzoeker] aan haar werknemers een duidelijk signaal heeft gegeven dat zij dit soort integriteitsschendingen niet tolereert en daar terecht scherp op reageert. Het feit dat niet is gebleken dat [verzoeker] zich niet eerder heeft schuldig gemaakt aan integriteitsschendingen, leidt evenmin tot een ander oordeel. Aan het begrip integriteit is inherent dat de integriteit met één relevant vergrijp, zoals ten deze de diefstal, is geschonden. Persoonlijke omstandigheden die Gemeente Zuidplas tot het oordeel hadden moeten leiden dat op zijn vergrijp geen ontslag op staande voet heeft moeten volgen, zijn niet voldoende gesteld of anderszins gebleken.
2.9
Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat de in rechtsoverweging 2.1.2 – 4 genoemde verzoeken van [verzoeker] zijn af te wijzen. Met betrekking tot het in rechtsoverweging 2.1.1 bedoelde verzoek (de transitievergoeding) wordt het volgende overwogen. Artikel 7:673 lid 7 sub c BW bepaalt dat de transitievergoeding niet verschuldigd is indien het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. In afwijking daarvan kan de kantonrechter, volgens het 8e lid van dit artikel, de transitievergoeding geheel of gedeeltelijk aan de werknemer toekennen indien het niet toekennen ervan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Naar het oordeel van de kantonrechter vindt deze uitzondering ten deze toepassing. Daarbij is van belang dat niet is gebleken dat [verzoeker] zich tijdens het vanaf [datum indiensttreding] lopende dienstverband eerder aan integriteitsschendingen heeft schuldig gemaakt. Hierbij is ook te betrekken dat het aannemelijk is dat de waarde van het door hem ontvreemde fietszadel gering zal zijn geweest. De transitievergoeding bedraagt in dit geval, naar [verzoeker] onbetwist heeft gesteld, € 14.015,44. Het is in de gegeven omstandigheden naar het oordeel van de kantonrechter redelijk om hem de helft van dit bedrag als transitievergoeding toe te kennen. De verzochte wettelijke rente over dit bedrag zal (met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:686a lid 1 BW) worden toegewezen zoals hierna wordt vermeld.
2.1
Aangezien [verzoeker] in de door hem aanhangig gemaakte procedure grotendeels in het ongelijk wordt gesteld, wordt hij veroordeeld in de kosten van deze procedure. Gelet op de uitkomst van deze procedure, behoeft op de verzoeken van Gemeente Zuidplas niet te worden beslist.

3.Beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt Gemeente Zuidplas om aan [verzoeker] ten titel van transitievergoeding te betalen vorenbedoeld bedrag ad € 7.007,72, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 juni 2023 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [verzoeker] in de kosten van de procedure, welke kosten tot op heden worden vastgesteld op een bedrag ad € 793,= voor salaris gemachtigde;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door kantonrechter mr. M. Nijenhuis en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 september 2023.