In deze eindbeschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 28 september 2023, is de vermissing van de betrokkene vastgesteld op verzoek van zijn moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de wettelijke formaliteiten is voldaan. De betrokkene, geboren op [geboortedatum04] 1984, is opgeroepen om van zijn in leven zijn te doen blijken, maar is niet verschenen. De rechtbank heeft eerder op 12 juli 2023 bevolen dat de betrokkene bij advertentie moest worden opgeroepen om te verschijnen op de zitting van [datum01] 2023. Ondanks deze oproep is de betrokkene niet verschenen, noch is er iemand voor hem opgekomen die kon aantonen dat hij in leven is. De rechtbank heeft de eerdere beschikking van 14 februari 2023 in overweging genomen en geoordeeld dat het verzoek om vaststelling van vermissing toewijsbaar is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene sinds [datum04] 2016 vermist is, en heeft bepaald dat de kosten die verzoekster heeft gemaakt ten laste van het vermogen van de vermiste worden gebracht. Het overige verzochte is afgewezen. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting.