Uitspraak
Vaststelling van vermissing
Beschikking op het op 22 oktober 2020 ingekomen verzoekschrift van:
[naam01] ,
[betrokkene01] ,
[naam02] ,
[minderjarige01] , geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2014,
Rechtbank Den Haag
In deze eindbeschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 28 september 2023, is de vermissing van de betrokkene vastgesteld op verzoek van zijn moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de wettelijke formaliteiten is voldaan. De betrokkene, geboren op [geboortedatum02] 1990, is opgeroepen om te verschijnen en van zijn in leven zijn te doen blijken, maar is niet verschenen. De rechtbank heeft eerder op 12 juli 2023 bevolen dat de moeder de betrokkene bij advertentie moest oproepen. Deze oproep is gedaan in de Staatscourant en in een landelijk dagblad, maar ook hier is de betrokkene niet verschenen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek om de vermissing vast te stellen, gelet op de omstandigheden en eerdere beslissingen, voor toewijzing vatbaar is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene sinds [datum04] 2015 vermist is, en dat de kosten die de verzoekster heeft gemaakt ten laste van het vermogen van de vermiste worden gebracht. Het overige verzochte is afgewezen. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting.