3.4.Eiser krijgt wel een vergoeding voor de proceskosten die hij heeft gemaakt. De rechtbank stelt vast dat in de onderhavige zaak van belang is dat de beslistermijn van zestien weken die deze rechtbank, zittingsplaats Zwolle in de eerdere uitspraak van 26 januari 2023 (zaak NL22.21172) aan verweerder heeft opgelegd, is verstreken zonder dat verweerder tijdig een beslissing op de asielaanvraag van eiser heeft genomen. Pas op 22 juni 2023, iets meer dan een half jaar na het instellen van het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit, heeft verweerder beslist op de asielaanvraag. De rechtbank zal verweerder dan ook veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 418,50, bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837,- en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is aangezien het beroep in zoverre uitsluitend ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.
4. Eiser heeft aan zijn asielrelaas ten grondslag gelegd dat hij op jonge leeftijd op een school in Somalië, Mogadishu zat waar hij les kreeg volgens de ideologie van Al Shabaab. Eiser is vanuit deze school meegenomen naar een trainingskamp van Al Shabaab. Eiser is, nadat hij uit het trainingskamp was ontsnapt, gevlucht naar Bur’o in Somaliland. Daar heeft eiser een militaire training gevolgd bij het leger van Somaliland. Daar heeft eiser problemen ondervonden vanwege toegedichte homoseksualiteit. Dat heeft eiser problemen opgeleverd met zijn familie. Ook heeft eiser verklaard afstand te hebben gedaan van de islam, waardoor hij ook problemen heeft ervaren.
4. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
1. identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. problemen met Al Shabaab;
3. problemen met ooms van vaderskant;
4. afvalligheid en daardoor ondervonden problemen;
5. toegedichte homoseksuele geaardheid en daardoor ondervonden problemen.
Verweerder heeft de eerste, tweede en derde relevante elementen geloofwaardig geacht. De afvalligheid en toegedichte homoseksuele geaardheid en daardoor ondervonden problemen zijn ongeloofwaardig geacht. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij werd gezien als homoseksueel en ook niet dat er sprake was van afvalligheid. Aangezien eiser heeft verklaard dat hij van vrouwen houdt, is een reguliere toetsing aan een LHBTI-motief niet relevant. Nu het gaat om een toegedicht motief, zijn de gestelde problemen volgens ‘gebruikelijk kader’ getoetst en nie. Het element afvalligheid is aan de hand van WI 2022/3 (Bekering en afvalligheid) getoetst en beoordeeld. Ten aanzien van de geloofwaardige relevante elementen is doorgetoetst en is overwogen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij vluchteling is op grond van het Vluchtelingenverdrag of dat hij bij terugkeer naar Somalië een reëel risico loopt op ernstige schade. Verweerder concludeert daarom dat asielaanvraag moet worden afgewezen als ongegrond.
Afvalligheid en daardoor ondervonden problemen
5. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de gestelde afvalligheid en daardoor ondervonden problemen ongeloofwaardig zijn. Daarbij heeft verweerder als uitgangspunt genomen dat eiser met zijn verklaringen het proces van afvalligheid en uiting niet inzichtelijk heeft weten te maken. Eiser heeft in beroep om hem moverende redenen geen specifieke gronden aangevoerd omtrent de afvalligheid en daardoor ondervonden problemen. De rechtbank zal daar derhalve niet verder op ingaan.
Toegedichte homoseksuele geaardheid en daardoor ondervonden problemen
6. Eiser heeft verklaard dat hij vanwege het gestelde seksueel misbruik door een deel van de buitenwereld wordt gezien als homoseksueel en dat hij daarom is mishandeld en problemen heeft ervaren. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de toegedichte homoseksuele geaardheid en daardoor ondervonden problemen niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Verweerder heeft kunnen concluderen dat eiser summiere verklaringen heeft afgelegd over wat hem precies is overkomen. Zo heeft eiser verklaard dat hij niet zeker weet dat hij in zijn slaap is misbruikt. Eiser heeft tijdens de gehoren meerdere malen de gelegenheid gekregen om inzichtelijk te maken waarop hij het misbruik tijdens zijn slaap baseert, maar verweerder heeft niet ten onrechte overwogen dat hij daarin niet slaagt. De enkele verklaring dat eiser niet zou weten wie het misbruik heeft gepleegd omdat het tijdens zijn slaap gebeurde, heeft verweerder onvoldoende mogen vinden, evenals zijn verklaring dat hij uit schaamte op alle punten summier heeft verklaard. Verweerder heeft er terecht op gewezen dat eiser tijdens de gehoren alle gelegenheid heeft gekregen om in een vertrouwelijke setting te verklaren over wat hem is overkomen. De beroepsgrond slaagt niet.