In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 20 september 2023, met zaaknummers NL23.24672 en NL23.24673, wordt het beroep van een Tunesische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, geboren in 1995, heeft op 6 juni 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 25 augustus 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank behandelt zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening van de eiser. De eiser stelt dat hij in Tunesië gediscrimineerd wordt vanwege zijn doofheid, wat zijn mogelijkheden om te studeren en werk te vinden ernstig beperkt. De rechtbank overweegt dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij onder een van de uitzonderingscategorieën valt die Tunesië als veilig land van herkomst uitsluiten. De rechtbank concludeert dat de door de eiser ondervonden discriminatie niet leidt tot een reëel risico op ernstige schade bij terugkeer naar Tunesië, zoals bedoeld in artikel 3 van het EVRM. De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. De eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.