ECLI:NL:RBDHA:2023:14610
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheidscriteria Dublinverordening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 september 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.J. Eizenga, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Spanje volgens de Dublinverordening verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag.
De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft echter besloten dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft en heeft het onderzoek gesloten. In een eerdere uitspraak, onder zaaknummer NL23.21002, had de rechtbank al uitspraak gedaan op het beroep van de verzoeker, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.H. van Marle, in aanwezigheid van mr. M.W. Venderbos, griffier, en is openbaar gemaakt op 14 september 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.