ECLI:NL:RBDHA:2023:14599

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 september 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
NL23.21532
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag na uitzetting van eiser

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 september 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had op 14 juni 2023 een opvolgende asielaanvraag ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 20 juli 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting van 8 september 2023. De gemachtigde van eiser was wel aanwezig en heeft de rechtbank geïnformeerd over de situatie van eiser, die op 19 augustus 2023 was uitgezet. De gemachtigde stelde dat eiser vrede had met zijn vertrek uit Nederland, maar dat hij de asielaanvraag wilde doorzetten.

De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel de uitzetting van eiser niet automatisch betekent dat hij geen belang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep, de omstandigheden in deze zaak erop wijzen dat eiser geen procesbelang meer heeft. De rechtbank merkte op dat eiser geen contact meer onderhoudt met zijn gemachtigde en dat er geen contactgegevens beschikbaar zijn. De rechtbank concludeerde dat de hypothetische mogelijkheid dat eiser in de toekomst contact zou opnemen met zijn gemachtigde onvoldoende is om procesbelang aan te nemen. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard en beslist dat verweerder geen proceskosten hoeft te betalen.

Deze uitspraak is openbaar gemaakt op 8 september 2023 en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL23.21532
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser], eiser V-nummer: [v-nummer]

(gemachtigde: mr. E.W.B. van Twist), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. J.R. Vreijsen).

Procesverloop

Bij besluit van 20 juli 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de opvolgende asielaanvraag van eiser van 14 juni 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 8 september 2023 op zitting behandeld. Eiser is, met bericht vooraf, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Eiser is op 19 augustus 2023 uitgezet. De gemachtigde van eiser heeft in dit verband aan de rechtbank geschreven dat hij eiser voor diens vertrek in het detentiecentrum heeft gesproken. Eiser zou daarbij hebben gezegd dat hij "vrede had met het vertrek omdat het in het DTC Rotterdam voor hem ondraaglijk was". De gemachtigde stelt dat eiser de asielaanvraag daarentegen wilde doorzetten en dat hij (gemachtigde) het beroep om die reden niet kan intrekken.
2. Desgevraagd heeft de gemachtigde de rechtbank aanvullend bericht dat hij op dit moment geen contact meer onderhoudt met eiser. De gemachtigde heeft geen contactgegevens van eiser. Hij stelt dat het mogelijk is dat eiser in de nabije toekomst contact met hem zoekt.
3. De enkele uitzetting van eiser niet hoeft te betekenen dat hij geen belang meer heeft bij een beoordeling van zijn beroep door de rechtbank. Niettemin moet naar het oordeel van de rechtbank uit de hiervoor geschetste omstandigheden worden afgeleid dat eiser in dit geval niet langer prijs stelt op toelating tot Nederland en daarom geen procesbelang meer heeft. Hiervoor is op zijn minst nodig dat eiser contact houdt met zijn gemachtigde in Nederland. Met het oog daarop had het voor de hand gelegen dat eiser en zijn gemachtigde contactgegevens uitwisselen. Aangenomen moet worden dat daarvoor in dit geval ook voldoende gelegenheid heeft bestaan, gelet op de kennisgeving op 8 augustus 2023 van eisers vluchtgegevens. De enkele hypothetische mogelijkheid dat eiser alsnog contact gaat opnemen, vindt de rechtbank onvoldoende voor het aannemen van procesbelang.
4. Het beroep zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
5. Verweerder hoeft geen proceskosten te betalen.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 september 2023 door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. N.M.L. van der Kammen, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.