ECLI:NL:RBDHA:2023:14599
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag na uitzetting van eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 september 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had op 14 juni 2023 een opvolgende asielaanvraag ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 20 juli 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting van 8 september 2023. De gemachtigde van eiser was wel aanwezig en heeft de rechtbank geïnformeerd over de situatie van eiser, die op 19 augustus 2023 was uitgezet. De gemachtigde stelde dat eiser vrede had met zijn vertrek uit Nederland, maar dat hij de asielaanvraag wilde doorzetten.
De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel de uitzetting van eiser niet automatisch betekent dat hij geen belang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep, de omstandigheden in deze zaak erop wijzen dat eiser geen procesbelang meer heeft. De rechtbank merkte op dat eiser geen contact meer onderhoudt met zijn gemachtigde en dat er geen contactgegevens beschikbaar zijn. De rechtbank concludeerde dat de hypothetische mogelijkheid dat eiser in de toekomst contact zou opnemen met zijn gemachtigde onvoldoende is om procesbelang aan te nemen. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard en beslist dat verweerder geen proceskosten hoeft te betalen.
Deze uitspraak is openbaar gemaakt op 8 september 2023 en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.