ECLI:NL:RBDHA:2023:14582
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag met betrekking tot geloofwaardigheid van bedreigingen en eerwraak in Irak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 september 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Iraakse nationaliteit hebbende man, heeft in het verleden meerdere asielaanvragen ingediend, waarvan de laatste op 25 oktober 2021. De rechtbank behandelt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 20 maart 2023 is gedaan. Eiser stelt dat hij bedreigd wordt door een persoon genaamd [Naam 2] en vreest voor eerwraak bij terugkeer naar Irak. De rechtbank heeft de zaak op 10 augustus 2023 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser terecht heeft afgewezen. Eiser heeft niet voldoende bewijs geleverd voor zijn claims over de bedreigingen en de geloofwaardigheid van zijn verklaringen is in twijfel getrokken. De rechtbank wijst erop dat eiser niet in detail heeft kunnen verklaren over de bedreigingen die hij heeft ontvangen en dat hij geen bewijs heeft overgelegd ter ondersteuning van zijn verhaal. De rechtbank concludeert dat de verklaringen van eiser over de bedreigingen en de problemen met zijn schoonfamilie niet geloofwaardig zijn en dat er geen gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op ernstige schade is aangetoond.
De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen vier weken na de uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.