ECLI:NL:RBDHA:2023:14562
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortduren van de maatregel in het vreemdelingenrecht met betrekking tot een Angolese eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een Angolese eiser, die op 13 mei 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. I.M. Zuidhoek, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 22 september 2023, waarbij de eiser vanuit het detentiecentrum in Rotterdam aanwezig was via telehoren. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door mr. P.A.L.A. van Ittersum.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het vorige onderzoek op 21 juli 2023. De eiser heeft aangevoerd dat hij al lange tijd in bewaring zit en dat zijn medische omstandigheden een rol spelen bij de vraag of hij kan worden uitgezet naar Angola. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld in de uitzettingsprocedure en dat er zicht is op uitzetting binnen een redelijke termijn. De rechtbank concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn dat Angola in het algemeen weigert laissez-passer (lp) documenten te verstrekken en dat de medische omstandigheden van de eiser geen belemmering vormen voor de uitzetting.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.