ECLI:NL:RBDHA:2023:14555
Rechtbank Den Haag
- Versnelde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar inzake visum voor kort verblijf
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiser heeft ingesteld omdat verweerder volgens hem niet op tijd heeft beslist op het bezwaar van 8 mei 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser had op 8 mei 2023 bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 6 april 2023, waarin de aanvraag om afgifte van een visum voor kort verblijf was geweigerd. De termijn voor het indienen van bezwaar was vier weken, wat betekent dat de beslistermijn op 10 mei 2023 is aangevangen. Verweerder heeft echter gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn te verdagen, met de mededeling dat er binnen twaalf weken na het verstrijken van de termijn een beslissing zou volgen. Deze beslistermijn eindigde op 2 augustus 2023. Eiser heeft verweerder op 27 juli 2023 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling te vroeg is gedaan, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.W. de Jonge, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.