In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 september 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam01] en [naam02], op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming regio Haaglanden. De kinderen zijn geboren uit het huwelijk van de ouders, dat inmiddels is ontbonden door echtscheiding. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn ernstige zorgen over de ontwikkeling van de kinderen door de slechte communicatie en de onderlinge strijd tussen de ouders. De Raad heeft verzocht om de kinderen onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar, met als doel de communicatie tussen de ouders te verbeteren en de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 september 2023 waren zowel de ouders als vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling aanwezig. De kinderrechter heeft de situatie van de kinderen en de zorgen van de Raad besproken. De moeder heeft geen verweer gevoerd tegen de ondertoezichtstelling, terwijl de vader enige bezwaren had, maar ook openstond voor verbetering van de situatie. De gecertificeerde instelling heeft de zorgen van de Raad onderschreven en mogelijkheden voor hulpverlening geschetst.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door de loyaliteitsproblemen die zijn ontstaan door de slechte communicatie tussen de ouders. Ondanks eerdere hulpverlening is er geen verbetering in de situatie gekomen. De kinderrechter heeft daarom besloten om de kinderen voor de duur van één jaar onder toezicht te stellen, met als doel de communicatie tussen de ouders te verbeteren en de ontwikkeling van de kinderen te ondersteunen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.