Overwegingen
1. Eiseres is geboren op [geboortedag] 1972 en heeft de Colombiaanse nationaliteit.
2. Eiseres heeft op 26 augustus 2022 een asielaanvraag ingediend. Aan haar asielaanvraag heeft eiseres het volgende ten grondslag gelegd. Eiseres is twee keer ontheemd geraakt. In 1999 is de grond van haar familie voor de tweede keer ingenomen door een guerillabeweging en is zij naar [vluchtplaats] gegaan, waar zij tot aan haar vertrek uit [moederland] op 22 juli 2022 heeft gewoond. In 2021 heeft eiseres een aanvraag gedaan bij een slachtoffereenheid voor een restitutie van het stuk grond, dan wel het ontvangen van schadevergoeding. Door de moord op de medewerkster die haar in deze procedure bijstond is de procedure door eiseres echter stilgelegd. De dood van die vrouw is de reden geweest van vertrek van eiseres uit [moederland]. Vanwege de aantreding van een nieuwe president, die een ex lid van de Guerrillabeweging is, vreest eiseres bij terugkeer naar [moederland] problemen te ervaren door de procedure van de restitutie van haar grond. Zij vreest voor haar leven.
3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef, en onder h, van de Vw.Verweerder heeft de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig geacht. De verklaringen van eiseres over haar problemen met betrekking tot de restitutie van haar grond in [moederland] vindt verweerder niet geloofwaardig. Daarbij heeft verweerder wel geloofwaardig geacht dat haar stuk grond op 4 maart 1999 is afgepakt door een guerrillabeweging en dat zij in 2021 een verzoek heeft ingediend bij een slachtoffereenheid om dat stuk grond terug te krijgen of een schadevergoeding hiervoor te ontvangen. Ook wordt geloofwaardig geacht dat het proces is stilgelegd en dat de familie van eiseres op een lijst staat van mensen die de grond terugeisen. De verklaringen over de dood van de medewerkster van de slachtoffereenheid, dat die verklaarde dood raakvlak heeft met de situatie van eiseres en de problemen met een guerrillabeweging acht verweerder echter niet geloofwaardig. Eiseres heeft daarover tijdens de gehoren summiere en tegenstrijdige verklaringen afgelegd.
4. Eiseres voert aan dat verweerder de problemen met betrekking tot het stuk grond van eiseres in [moederland] ten onrechte niet geloofwaardig heeft geacht. Ter onderbouwing van haar relaas heeft eiseres een beëdigde notariële verklaring van haar dochter overgelegd. Daarnaast verwijst eiseres naar een website met nadere informatie over de guerrillabeweging die zich de grond heeft toegeëigend, te weten “Frente 43”, waarover haar dochter meer gedetailleerd heeft verklaard. Omdat deze groepering zich niet heeft aangesloten bij het vredesakkoord tussen de Colombiaanse regering en [guerilliabeweging], kan eiseres zich met haar problemen niet tot de overheid wenden. Voorts heeft de dochter van eiseres de namen van de medewerkers van de slachtoffereenheid genoemd in haar verklaring. Eiseres verwijst daarbij naar een krantenbericht waaruit volgt dat deze personen daadwerkelijk zijn vermoord. Eiseres voert aan gelet hierop voldoende aannemelijk te hebben gemaakt dat zij bij terugkeer een risico loopt op ernstige schade. Tot slot heeft eiseres ter zitting aangevoerd dat zij bij het nader gehoor onvoldoende in de gelegenheid is gesteld om haar asielrelaas naar voren te brengen. Zij wenst dan ook aanvullend te worden gehoord.
De rechtbank overweegt als volgt.
5. Eiseres heeft eerst ter zitting aangevoerd dat zij aanvullend gehoord wenst te worden. Voor zover verweerder meent dat hierdoor sprake is van strijd met de goede procesorde, overweegt de rechtbank dat niet is gebleken dat verweerder in zijn belangen is geschaad doordat deze beroepsgrond pas ter zitting is aangevoerd. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat eiseres al in de zienswijze heeft aangevoerd dat zij aanvullend gehoord wenst te worden. Verweerder heeft hier in het bestreden besluit op gereageerd. Daarnaast heeft verweerder ter zitting inhoudelijk kunnen reageren op de beroepsgrond. Daarom zal de rechtbank deze beroepsgrond inhoudelijk beoordelen.
6. De rechtbank stelt vast dat eiseres uitgebreid is gehoord, dat er voldoende is doorgevraagd en dat er ook verschillende controlevragen zijn gesteld. Uit het verslag van het nader gehoor blijkt ook dat eiseres de tolk goed heeft kunnen verstaan en dat er pauzes zijn ingelast.Daarnaast is het gehoor om 10:00 uur aangevangen en pas om 16:50 uur geëindigd. Eiseres wordt dan ook niet gevolgd in haar stelling dat zij het gehoor onder een grote tijdsdruk heeft gedaan. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat haar gemachtigde in de correcties en aanvullingen hierover geen opmerkingen heeft gemaakt. Daarnaast is niet gebleken dat verweerder aan eiseres heeft toegezegd dat zij aanvullend zal worden gehoord. De omstandigheid dat de aanvraag van eiseres is afgedaan in de verlengde asielprocedure brengt niet zonder meer met zich mee dat er een aanvullend gehoor dient plaats te vinden. Deze beroepsgrond slaagt dan ook niet.
7. Wat verder in de gronden van beroep is aangevoerd kan niet leiden tot een geslaagd beroep. Het is immers aan eiseres om haar stellingen aannemelijk te maken middels haar verklaringen en hierin is zij niet geslaagd.
8. Verweerder heeft de verklaringen van eiseres over de gestelde problemen met de guerrillabeweging door een grondclaim niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Eiseres heeft immers slechts summier verklaard over de medewerkster van de slachtoffereenheid die zou zijn vermoord vanwege haar grondclaim. Nu dit de kern van haar asielrelaas betreft en een directe aanleiding was om [moederland] te verlaten, had van eiseres verwacht mogen worden dat zij hierover uitgebreider zou kunnen verklaren. Nu eiseres dit heeft nagelaten, doet dit afbreuk aan de geloofwaardigheid van de door eiseres gestelde problemen. Bovendien heeft verweerder niet ten onrechte onaannemelijk geacht dat er een verband is tussen de dood van de medewerkster en haar gestelde problemen vanwege de grondclaim. De enkele omstandigheid dat de medewerkster eiseres heeft bijgestaan bij het claimproces, betekent niet zonder meer dat zij daarom is vermoord. Dit blijkt onvoldoende uit de verklaringen van eiseres en het door eiseres overgelegde krantenartikel. Daarnaast bevat de overgelegde verklaring van de dochter van eiseres, welk document pa
sop 16 augustus 2023 en derhalve pas na het voornemen van verweerder is opgemaakt, grote discrepanties met het asielrelaas van eiseres. Zo blijkt uit de overgelegde verklaring van haar dochter dat de familie in 2020 zou zijn bedreigd. Eiseres heeft daar in het nader gehoor niets over verklaard. Anders dan verweerder stelt, kan aan eiseres wel worden toegegeven dat zij al in het nader gehoor de naam van de guerillabeweging, te weten Frente 43, heeft genoemd.Dit maakt de verklaringen van eiseres over de gestelde problemen met die guerrillabeweging echter niet alsnog geloofwaardig, nu eiseres hierover erg summier heeft verklaard.Dat uit de internetpagina waarnaar eiseres verwijst in haar beroepsgronden blijkt dat Frente 43 in het gebied opereert waar eiseres vandaan komt, betekent niet zonder meer dat zij ook persoonlijk problemen heeft ondervonden met de groepering vanwege de grondclaim. Eiseres heeft immers verklaard dat zij tussen 1999 en 2022 zonder problemen in [moederland] heeft kunnen wonen.Daarnaast heeft eiseres verklaard dat het claimproces nu is stilgelegd.Daarbij komt nog dat eiseres een lijst heeft overgelegd waarop namen van personen staan die recht hebben op de teruggave van de grond. Daarop zou haar naam staan als het hoofd van haar gezin.Vervolgens heeft zij echter verklaard dat haar ex-echtgenoot en haar oudste dochter op een dergelijke lijst staan en dat haar naam juist niet genoemd wordt op die lijst.Desgevraagd heeft eiseres dit ter zitting niet kunnen verduidelijken. Dit doet verder afbreuk aan de geloofwaardigheid van haar relaas.
9. Dit brengt met zich mee dat verweerder niet ten onrechte heeft geconcludeerd dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij gegronde vrees voor vervolging vanwege de grondclaim heeft en dat zij bij terugkeer naar [moederland] een reëel risico loopt op ernstige schade.
10. Verweerder heeft de aanvraag van eiseres terecht afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid aanhef en onder h, van de Vw. Verweerder stelt zich niet ten onrechte op het standpunt dat eiseres zich zonder gegronde reden niet zo snel mogelijk bij een ambtenaar, belast met de grensbewaking of het toezicht op vreemdelingen heeft aangemeld en daarbij kenbaar heeft gemaakt dat zij internationale bescherming wenst. Eiseres is namelijk op 24 juli 2022 Nederland ingereisd en zij heeft pas op 26 augustus 2022 kenbaar gemaakt dat zij internationale bescherming wenst. Zij heeft hiervoor geen verschoonbare reden gegeven.
11. Het beroep is ongegrond.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.