ECLI:NL:RBDHA:2023:14424
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de asielaanvraag van de verzoeker. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.J. Bronsveld, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 15 augustus 2023 had besloten de asielaanvraag niet in behandeling te nemen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker, conform de Dublinverordening.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak van de rechtbank op 14 september 2023, zaaknummer NL23.23309, waarin al op het beroep was beslist. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
Daarnaast is er in de uitspraak geen aanleiding gevonden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.