ECLI:NL:RBDHA:2023:14396

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
26 september 2023
Zaaknummer
NL23.17913 en NL23.17917
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaken

Op 20 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL23.17913 en NL23.17917, waarbij de voorzieningenrechter, mr. K.M. de Jager, de verzoeken om een voorlopige voorziening heeft afgewezen. De verzoekers, [Naam 1] en [Naam 2], hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die hun asielaanvragen op 14 juni 2023 als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. De verzoekers vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de rechtbank heeft deze verzoeken ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. In een eerdere uitspraak, met zaaknummers NL23.17912 en NL23.17916, heeft de rechtbank de beroepen van de verzoekers ongegrond verklaard. Hierdoor zijn de verzoeken om voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en is bekendgemaakt op dezelfde dag. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.17913 en NL23.17917

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[Naam 1] en [Naam 2], verzoekers

V-nummers: [Nummer 1] en [Nummer 2]
(gemachtigde: mr. E.S. van Aken),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

Bij besluiten van 14 juni 2023 (bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL23.17912 en NL23.17916, heeft de rechtbank de beroepen waarop deze verzoeken om een voorlopige voorziening betrekking hebben ongegrond verklaard. Om die reden zullen de verzoeken als kennelijk ongegrond worden afgewezen.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.