ECLI:NL:RBDHA:2023:14390
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een vrouw van Ugandese nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning op tijdelijke humanitaire gronden, specifiek gericht op slachtoffers van mensenhandel. Deze aanvraag werd op 18 april 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. Het bezwaar dat verzoekster hiertegen indiende, werd op 20 juni 2023 ongegrond verklaard. Hierop heeft verzoekster op 18 juli 2023 beroep ingesteld tegen dit besluit, geregistreerd onder zaaknummer NL23.20730. Tevens verzocht zij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zij niet zou worden uitgezet totdat er een beslissing op haar beroep was genomen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 13 september 2023 behandeld, maar verzoekster en haar gemachtigde zijn niet verschenen. In de uitspraak van dezelfde dag, onder zaaknummer NL23.20730, heeft de rechtbank al een beslissing genomen op het beroep van verzoekster. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, in aanwezigheid van griffier mr. F. Aissa, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.