ECLI:NL:RBDHA:2023:14388
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de Staat voor letsel door tourniquet in Belastingdienstgebouw
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft eiser, een zelfstandig belastingadviseur, de Staat der Nederlanden (Rijksvastgoedbedrijf) aangeklaagd voor letsel dat hij opliep door een tourniquet in het gebouw van de Belastingdienst. Het incident vond plaats op 30 mei 2018, toen eiser, die zijn rechterelleboog had gebroken en in een sling droeg, de tourniquet gebruikte om het gebouw te betreden en te verlaten. Tijdens het verlaten draaide de tourniquet onverwacht rechtsom, wat resulteerde in letsel aan zijn elleboog. Eiser vorderde een verklaring voor recht dat de Staat onrechtmatig had gehandeld en schadevergoeding voor zijn letsel.
De rechtbank oordeelde dat de tourniquet niet gebrekkig of gevaarlijk was en dat de Staat niet aansprakelijk was op grond van artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank stelde vast dat eiser niet had aangetoond dat de tourniquet niet voldeed aan de veiligheidsnormen en dat er geen eerdere incidenten met de tourniquet waren geweest. Bovendien was er geen bewijs dat de medewerkers van de Belastingdienst onrechtmatig hadden gehandeld door eiser niet te instrueren over het gebruik van de tourniquet of hem niet te wijzen op de minder-valide-deur. De rechtbank concludeerde dat de Staat niet aansprakelijk was voor de schade van eiser en wees de vorderingen af, maar compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.