ECLI:NL:RBDHA:2023:14377
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning
Op 25 september 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met nummer NL23.23448, waarin verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M. Pater, een verzoek om een voorlopige voorziening heeft ingediend. Dit verzoek volgde op een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 11 augustus 2023 werd genomen, waarin de aanvraag van verzoeker voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd werd afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 14 september 2023, waar de voorzieningenrechter het verzoek heeft behandeld. Tijdens deze zitting was de gemachtigde van de Staatssecretaris ook aanwezig. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in de aan deze zaak gerelateerde zaak NL23.23447, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, in aanwezigheid van mr. M.J.C. ten Hoopen als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.