Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Den Haag
Op 25 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. E. Kafa, en het UWV, vertegenwoordigd door G.M. Folkers-Hooijmans. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het UWV van 16 december 2021, waarin werd vastgesteld dat de werkgever van eiseres tekortkomingen in de re-integratieverplichtingen niet had hersteld. De opgelegde loonsanctie van 52 weken bleef daarom van kracht. Eiseres had zich op 8 juni 2019 ziekgemeld en ontving een Ziektewet-uitkering van haar werkgever, die als eigenrisicodrager fungeerde. Eiseres stelde dat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was en dat er geen benutbare mogelijkheden waren vanwege haar gezondheidsklachten, waaronder ADL-afhankelijkheid.
De rechtbank beoordeelde of het UWV terecht had geoordeeld dat de werkgever de tekortkomingen niet had hersteld. Eiseres voerde aan dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts onzorgvuldig was uitgevoerd en dat haar klachten onvoldoende waren onderkend. De rechtbank oordeelde echter dat het UWV zorgvuldig had gehandeld en dat de verzekeringsarts B&B alle relevante informatie had meegenomen in zijn beoordeling. De rechtbank concludeerde dat er geen nieuwe medische feiten waren die de conclusie van het UWV konden weerleggen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de loonsanctie van 52 weken gehandhaafd blijft. Eiseres kreeg geen gelijk en de proceskosten werden niet vergoed. De uitspraak werd gedaan door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. C.J. Kroon, griffier.