ECLI:NL:RBDHA:2023:14330

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 augustus 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
NL23.14098
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In de zaak met zaaknummer NL23.14098 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 augustus 2023 uitspraak gedaan. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R.J. Portegies, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door W. Epema, afgewezen op 9 mei 2023 als kennelijk ongegrond. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 28 juni 2023, waarbij verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk, Z. Hamidi. De voorzieningenrechter heeft in een andere zaak, NL23.14097, op dezelfde dag uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening verviel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 18 augustus 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.14098
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster] , verzoekster V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. R.J. Portegies), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: W. Epema).

Procesverloop

Bij besluit van 9 mei 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.14097, op 28 juni 2023 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen Z. Hamidi. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.14097, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
zaaknummer: NL23.14098
2
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
18 augustus 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.