In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Marokkaanse eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres, geboren in 1984, diende op 17 december 2022 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 9 mei 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank behandelde het beroep op 28 juni 2023, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De rechtbank schorste het onderzoek om de Staatssecretaris de gelegenheid te geven een aanvullend standpunt in te nemen, wat resulteerde in een nieuw besluit op 4 juli 2023. Eiseres heeft geen inhoudelijke reactie gegeven op dit besluit.
De rechtbank beoordeelt of de Staatssecretaris de asielaanvraag terecht als kennelijk ongegrond heeft verklaard. Eiseres stelt dat zij in Spanje problemen heeft ondervonden met haar ex-echtgenoot, die haar heeft bedreigd en mishandeld. De Staatssecretaris erkent dat de relevante elementen van het asielrelaas geloofwaardig zijn, maar concludeert dat Marokko als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. Eiseres betoogt dat zij niet veilig kan terugkeren naar Marokko vanwege haar ex-echtgenoot, maar de rechtbank oordeelt dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat Marokko in haar geval geen veilig land is.
De rechtbank wijst erop dat de Staatssecretaris het eerder opgelegde terugkeerbesluit en inreisverbod heeft ingetrokken en eiseres heeft opgedragen zich naar Spanje te begeven, waar zij rechtmatig verblijf heeft. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, maar kent eiseres een vergoeding van proceskosten toe, die door de Staatssecretaris moet worden betaald. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 18 augustus 2023.