Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de conclusie ex artikel 1018c lid 5 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) van de Gemeente met producties 1 tot en met 3;
- de akte overlegging productie 17 van de Stichting;
2.Waar gaat de zaak over?
personen die in Nederland op een woonwagenlocatie wonen of daar niet (meer) wonen maar wel de wens hebben naar een woonwagenlocatie terug te keren en waarvan de ouders of (over)grootouders op een woonwagenlocatie hebben gewoond” (hierna: (de) Woonwagenbewoners)
.De Stichting onderscheidt voor deze procedure de navolgende drie groepen:
3.Het geschil
4.De beoordeling
Kamerstukken II, 2018/2019, 34 608, nr. 13).
op dit momentin strijd met de mensenrechten handelt door haar beleid niet aan te passen. Op die situatie is de WAMCA van toepassing, zodat de rechtbank de vorderingen zal beoordelen aan de hand van de WAMCA.
Kamerstukken II, 2016-2017, nr. 3, p. 19).
Kamerstukken II, 2016-2017, 34 608, nr. 3, p. 28). In antwoord op Kamervragen heeft de minister aangegeven dat het maken van een uitzondering gepast kan zijn wanneer een representatieve belangenorganisatie een andere vordering instelt dan een schadevergoeding en er een maatschappelijk belang mee is gemoeid (
Kamerstukken II, 2017-2018, 34 608, nr. 6, p. 21).
zeer beperkt financieel belang” heeft bedoeld het financieel belang dat gemoeid is met de schadevergoeding, en niet dat ook acht moet worden geslagen op (andere) financiële gevolgen die voortvloeien uit toewijzing van de vordering (in vergelijkbare zin: rechtbank Den Haag, 26 januari 2021, ECLI:NL:RBDHA:2022:535).
Kamerstukken II, 2017-2018, 34 608, nr. 6) vermeldt:
De ontvankelijkheidseisen van artikel 3:305a BW en de bijzondere procedurevoorschriften van Titel 14A moeten volgens de Juristengroep in beginsel gelden voor elke collectieve actie, ongeacht of daarin schadevergoeding wordt gevorderd of niet. Achtergrond hiervan is dat veel collectieve acties waarin uitsluitend een verklaring voor recht wordt gevraagd een opmaat (kunnen) zijn voor een (collectieve) schadevergoedingsactie”(
Kamerstukken II, 2017-2018, 34 608, nr. 6, p. 31).
opt-out(en eventueel
opt-in) vaststelt (art. 1018f lid 1 en 5 Rv), waarbij de rechter in ieder geval een of meer nieuwsbladen aanwijst waarin de relevante informatie voor de
opt-out/
opt-inwordt aangekondigd (art. 1018f lid 3 Rv);
opt-out-mogelijkheid.