Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 2 juni 2023, hield in dat de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Polen verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de uitspraak die op dezelfde dag in een andere zaak (NL23.16400) werd gedaan, waarin de rechtbank al had geoordeeld over het beroep van verzoeker.
Desondanks heeft de voorzieningenrechter verweerder wel veroordeeld tot betaling van de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 837, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de rechtsbijstand die door een derde is verleend. De voorzieningenrechter heeft de kosten berekend op basis van het aantal punten voor het indienen van het verzoekschrift en de waarde per punt.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. J. de Winter, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, zoals bepaald in de Algemene wet bestuursrecht.