ECLI:NL:RBDHA:2023:14277

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
22 september 2023
Zaaknummer
NL23.18826
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker beoordeeld. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.L. Saija, heeft een verzoek ingediend tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 27 juni 2023. Dit besluit houdt in dat de asielaanvraag van de verzoeker, ingediend op 10 april 2023, niet in behandeling is genomen. De voorzieningenrechter heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze specifieke zaak niet noodzakelijk werd geacht.

De voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak, onder zaaknummer NL23.18825, al een beslissing genomen op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is bepaald dat de staatssecretaris niet verplicht is om de proceskosten van de verzoeker te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, als voorzieningenrechter, en in aanwezigheid van E.J. Iflé, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing, zoals bepaald in artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.18826

uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 september 2023 in de zaak tussen

[verzoeker], v-nummer [v-nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. M.L. Saija),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Inleiding

1 In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening van verzoeker tegen het besluit van 27 juni 2023, waarin de staatssecretaris de asielaanvraag van verzoeker van 10 april 2023 niet in behandeling heeft genomen.
1.1
De voorzieningenrechter nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. [1]

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.18825, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. De staatssecretaris hoeft de proceskosten van verzoeker niet te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van E.J. Iflé, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht maakt dat mogelijk.