In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 september 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee kinderen, [naam01] en [naam02]. De kinderrechter oordeelt dat er aan de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling is voldaan, gezien de positieve maar nog prille ontwikkelingen van zowel de moeder als de kinderen. De moeder heeft intensieve opvoedondersteuning ontvangen, maar de kinderrechter concludeert dat zij momenteel niet in staat is om de zorg voor haar kinderen adequaat te bieden in de thuissituatie, vooral gezien het complexe gedrag van [naam02]. De kinderrechter heeft eerder al machtigingen verleend voor uithuisplaatsing van beide kinderen en stelt vast dat de situatie van [naam02] en [naam01] niet vergelijkbaar is, gezien hun verschillende problematiek. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling van beide kinderen te verlengen tot 16 september 2024 en de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam02] in een gezinsgerichte voorziening tot 16 maart 2024. De kinderrechter benadrukt het belang van voortdurende hulpverlening en de noodzaak om de opvoedvaardigheden van de moeder verder te ontwikkelen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de behandeling van het verzoek voor het overige is aangehouden tot een nader te bepalen zitting.