ECLI:NL:RBDHA:2023:14228

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
21 september 2023
Zaaknummer
SGR 21/7282
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag Wlz-indicatie na zorgvuldig medisch onderzoek

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een indicatie op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). De aanvraag werd door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) afgewezen met een primair besluit op 28 januari 2021, en het bestreden besluit op 6 oktober 2021 handhaafde deze afwijzing. Eiseres, die lijdt aan verschillende lichamelijke en psychische klachten, betoogt dat zij recht heeft op een Wlz-indicatie vanwege een blijvende behoefte aan permanent toezicht en/of 24 uur zorg in de nabijheid. De rechtbank heeft het beroep op 5 september 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.

De rechtbank oordeelt dat het CIZ zich terecht heeft gebaseerd op een medisch advies van 30 augustus 2021, waarin werd vastgesteld dat eiseres geen blijvende behoefte aan 24 uur zorg in de nabijheid heeft. De medisch adviseur heeft dossierstudie verricht en aanvullende informatie opgevraagd bij de behandelende artsen van eiseres. De rechtbank concludeert dat de zorgbehoefte van eiseres planbaar is en dat zij in staat is om hulp te vragen wanneer nodig. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek en de conclusies van het CIZ.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van de aanvraag om een Wlz-indicatie in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, rechter, en is openbaar uitgesproken op 20 september 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/7282

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 september 2023 in de zaak tussen

[eiseres], uit [woonplaats], eiseres

(gemachtigde: mr. E. Düsünceli),
en

Centrum Indicatiestelling Zorg, het CIZ

(gemachtigde: mr. L.M.R. Kater).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een indicatie op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz).
1.1.
Het CIZ heeft deze aanvraag met het primaire besluit van 28 januari 2021 afgewezen. Met het bestreden besluit van 6 oktober 2021 op het bezwaar van eiseres is het CIZ bij dat besluit gebleven.
1.2.
Het CIZ heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 5 september 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het CIZ.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiseres is bekend met verschillende lichamelijke en psychische klachten. Op 10 december 2020 heeft eiseres een aanvraag om een Wlz-indicatie ingediend. Bij het primaire besluit heeft het CIZ deze aanvraag afgewezen.
3. Met het bestreden besluit heeft het CIZ de afwijzing gehandhaafd. Onder verwijzing naar het medisch advies van 30 augustus 2021 overweegt het CIZ daartoe dat in het geval van eiseres de grondslagen somatiek en psychische stoornis van toepassing zijn, maar dat geen blijvende behoefte aan permanent toezicht en/of 24 uur zorg in de nabijheid kan worden vastgesteld. Als gevolg van de somatische klachten heeft eiseres beperkingen in de conditie, mobiliteit, persoonlijke zorg en het huishouden. Zij heeft hulp nodig die op geplande momenten kan worden geboden. De gezondheidssituatie is stabiel en er is geen sprake van ernstige gezondheidsproblematiek. Als gevolg van de psychische stoornis zijn de draagkracht en het overzicht van eiseres verminderd en wordt het onthouden lastiger. Er is begeleiding en soms stimulans nodig. Eiseres heeft geen dusdanige beperkingen dat zij de regie niet meer kan voeren. Zij wordt in staat geacht om in te kunnen schatten wanneer zij om hulp moet vragen en om deze hulp per telefoon of persoonsalarm in te schakelen. Daarnaast is de psychische stoornis behandelbaar en kan er mogelijk nog verbetering van het functioneren worden verwacht, aldus het CIZ.
Wat vindt eiseres in beroep?
4. Eiseres betoogt – in de kern – dat uit haar klachten, waaronder een lichamelijke handicap, wel een blijvende behoefte aan permanent toezicht en/of 24 uur zorg in de nabijheid voortvloeit. Zij heeft dus recht op een indicatie op grond van de Wlz. Daarnaast heeft eiseres in bezwaar op 29 september 2021 een aanvullende verklaring van de huisarts overgelegd. Onduidelijk is hoe dit in het bestreden besluit is meegewogen en de medisch adviseur van het CIZ had hier nog op in moeten gaan.
Wat oordeelt de rechtbank?
5.1.
Het CIZ heeft zich bij het bestreden besluit gebaseerd op het medisch advies van 30 augustus 2021. Een bestuursorgaan dat bij de besluitvorming gebruikmaakt van een advies van een medisch adviseur mag volgens vaste rechtspraak in het algemeen op dat advies afgaan, mits is gebleken dat dit advies volledig is en op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Het ligt vervolgens op de weg van eiseres om medische stukken te overleggen die aan het medisch advies doen twijfelen.
5.2.
De medisch adviseur heeft dossierstudie verricht, de in het dossier aanwezige medische informatie bestudeerd en aanvullende medische informatie opgevraagd bij de huisarts, neuroloog, internist en psychiater van eiseres. Op basis van deze informatie stelt de medisch adviseur vast dat eiseres psychische, energetische en locomotore beperkingen ervaart in haar dagelijks functioneren als gevolg van psychiatrische problematiek en als gevolg van aandoeningen van de interne organen en het bewegingsapparaat. Op grond hiervan zijn de grondslagen somatiek en psychische stoornis aan de orde. De zorgbehoefte voortkomend uit de somatische grondslag is planbaar. Wat betreft de psychische klachten is behandeling nog gaande. Bijkomend zijn er lichamelijke aandoeningen die nu voorrang hebben en invloed hebben op een verslechtering op het psychisch vlak. Uit de ontvangen informatie van de internist en neuroloog is op te maken dat er op internistisch en neurologisch gebied geen sprake is van een instabiele en/of ernstige gezondheidsproblematiek die zorg behoeft. De zorgbehoefte van eiseres is middels planbare zorg adequaat te compenseren. Eiseres is in staat te achten adequaat om hulp te vragen op de relevante momenten en er zijn geen medische bezwaren om die hulp af te wachten. Evenmin is de blijvendheid van de actuele zorgbehoefte vast te stellen. Behandeling is nog gaande en niet is uitgesloten dat hierdoor en door het opvolgen van de adviezen van de behandelaars vermindering van klachten is te verwachten. Een blijvende noodzaak tot 24 uur zorg in de nabijheid kan niet worden gesteld.
5.3.
Naar het oordeel van de rechtbank is het medisch onderzoek zorgvuldig geweest. Het CIZ mocht het bestreden besluit hier dan ook op baseren. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de medisch adviseur de in het dossier aanwezige en opgevraagde (medische) informatie bij haar oordeel heeft betrokken en dat de bevindingen op een heldere, inzichtelijke wijze zijn uiteengezet. In hetgeen eiseres betoogt ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de conclusies van de medisch adviseur. Zij heeft haar betoog namelijk niet met (nieuwe) medische informatie onderbouwd, waarbij de rechtbank opmerkt dat in de brief van 10 november 2022 inzake het niet in behandeling nemen van de aanmelding van eiseres bij het Expertisecentrum Euthanasie (ook) staat dat behandelaar van eiseres nog behandelmogelijkheden ziet. Verder heeft het CIZ terecht geen aanleiding gezien om de door eiseres op 29 september 2021 overgelegde brief van de huisarts aan de medisch adviseur voor te leggen. Deze brief bevat namelijk dezelfde informatie als de reactie van de huisarts op de vragen van de medisch adviseur, namelijk een overzicht van de door eiseres ervaren klachten en de gestelde diagnoses. De medisch adviseur had deze informatie reeds betrokken bij haar advies van 30 augustus 2021.
5.4.
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel dat het CIZ zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat in het geval van eiseres niet is gebleken van een medische noodzaak tot een blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid, om ernstig nadeel te voorkomen. Het bestreden besluit is deugdelijk gemotiveerd en met de vereiste zorgvuldigheid tot stand gekomen.
5.5.
Met het vorenstaande is niet gezegd dat de rechtbank zich niet bewust is van de uiterst zorgwekkende gezondheidstoestand van eiseres. Alleen kan de rechtbank niet voorbijgaan aan de wettelijke vereisten die gelden voor een Wlz-indicatie. Die eisen zijn nu eenmaal zeer streng, en het CIZ heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat eiseres daaraan, ondanks haar slechte gezondheid en daaruit voortvloeiende zorgbehoefte, niet voldoet.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de aanvraag van eiseres om een Wlz-indicatie in stand blijft. Eiseres krijgt het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, rechter, in aanwezigheid van mr. D.W.A. van Weert, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 september 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.