In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 september 2023 een beschikking gegeven over de machtiging tot uithuisplaatsing van twee kinderen, [naam01] en [naam02], bij hun vader. De zaak is behandeld in het kader van jeugdbescherming, waarbij de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderen zijn geboren in 2010 en 2013 en de moeder en vader zijn betrokken als belanghebbenden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie bij de moeder onvoldoende veilig is voor de kinderen, en dat de opvoedsituatie bij de vader beter is. Dit besluit is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, waarbij ook de wensen van de kinderen zijn meegewogen. De kinderrechter heeft benadrukt dat de beschikking van het Hof, die eerder een andere beslissing had genomen, niet langer in het belang van de kinderen is. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 6 januari 2024, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten in hoger beroep.