ECLI:NL:RBDHA:2023:14171
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 september 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. K. Kana, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen bij besluit van 10 mei 2023. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 6 juli 2023, waarbij verzoekster niet zelf aanwezig was, maar zich liet vertegenwoordigen door haar gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de rechtbank inmiddels op het beroep heeft beslist in een andere zaak (NL23.14179), waardoor een voorlopige voorziening niet meer mogelijk is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F.A. Groeneveld, in aanwezigheid van griffier mr. A.J. Eertink, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.