ECLI:NL:RBDHA:2023:14146
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die niet aanwezig was op de zitting, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Zwitserland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 1 augustus 2023, waar de gemachtigde van de verweerder aanwezig was, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening behandeld. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er inmiddels uitspraak was gedaan op het beroep in een andere zaak (NL23.20612), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. A. Wilpstra - Foppen, en is openbaar gemaakt op 2 augustus 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.