ECLI:NL:RBDHA:2023:14137
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering Schadefonds Geweldsmisdrijven na langdurig misbruik en mishandeling
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven. De aanvraag werd door verweerder, het Schadefonds Geweldsmisdrijven, afgewezen met een besluit van 18 augustus 2021, en deze afwijzing werd bevestigd in een bestreden besluit van 23 december 2021. Eiseres, die zich in de procedure liet bijstaan door haar gemachtigde mr. I.L. Madu, heeft aangevoerd dat zij jarenlang (seksueel) is misbruikt en mishandeld door haar broer, wat heeft geleid tot lichamelijk letsel en psychische klachten. De rechtbank heeft het beroep op 24 augustus 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, terwijl verweerder zich afmeldde.
De rechtbank oordeelt dat eiseres niet voldoende objectieve informatie heeft aangeleverd om aan te tonen dat zij slachtoffer is van een opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf. Verweerder heeft gesteld dat de eigen verklaring van eiseres en de verklaringen van haar (medische) behandelaars niet als objectieve aanwijzingen kunnen worden beschouwd. De rechtbank benadrukt dat voor een uitkering uit het schadefonds objectieve en onpartijdige informatie vereist is, en dat de eigen verklaring van een slachtoffer niet als zodanig kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat verweerder de aanvraag van eiseres om uitkering uit het schadefonds terecht heeft afgewezen, en verklaart het beroep ongegrond. Dit betekent dat eiseres geen uitkering ontvangt en geen vergoeding van haar proceskosten krijgt.