ECLI:NL:RBDHA:2023:14134

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 augustus 2023
Publicatiedatum
19 september 2023
Zaaknummer
C/09/647011 / FA RK 23-3200 en C/09/645398 / JE RK 23-660
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging ouderlijk gezag en benoeming voogdij, verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 30 augustus 2023 uitspraak gedaan over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarige [naam01], geboren op [geboortedatum01] 2021. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen en de Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland te benoemen tot voogdes. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [naam01] op zich te nemen, mede door de onveilige thuissituatie en haar persoonlijke problematiek. [naam01] verblijft sinds september 2021 in een pleeggezin waar hij zich goed ontwikkelt en waar hij stabiliteit en een traumasensitief opvoedklimaat ontvangt. De rechtbank heeft ook de grootouders als informanten aangemerkt, maar niet als belanghebbenden in deze procedure. De grootouders hebben aanvankelijk verzocht om als primaire opvoeders van [naam01] op te treden, maar hebben hun standpunt gewijzigd en verzetten zich niet langer tegen de uithuisplaatsing bij de pleegouders. De rechtbank heeft geoordeeld dat het gezag van de moeder moet worden beëindigd en dat de voogdij bij een neutrale derde, de gecertificeerde instelling, moet worden belegd. De verzoeken tot verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing zijn afgewezen.

Uitspraak

rechtbank DEN HAAG
Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/647011 / FA RK 23-3200
C/09/645398 / JE RK 23-660
Datum uitspraak: 30 augustus 2023

Beschikking van de meervoudige kamer

I. Beëindiging ouderlijk gezag en benoeming voogdij(C/09/647011 / FA RK 23-3200)
in de zaak naar aanleiding van het op 28 april 2023 ingekomen verzoek van:

de Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden,hierna te noemen: de Raad,

en
II. Verzoek verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing:(C/09/645398 / JE RK 23-660)
in de zaak naar aanleiding van het op 5 april 2023 ingekomen verzoek van:

Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland,

locatie Gouda, hierna te noemen de gecertificeerde instelling,
betreffende:

[naam01] , geboren op [geboortedatum01] 2021 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam01] .
De rechtbank merkt in beide zaken als belanghebbenden aan:

[naam02]

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. J.M.F. Honders, gevestigd te Rotterdam;

[naam03] en [naam04] ,

hierna te noemen: de pleegouders,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
De kinderrechter merkt in beide zaken als informanten aan:

de heer [naam05] en mevrouw [naam06] ,

hierna te noemen: de grootouders,
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat mr. F. Pool, gevestigd te Rotterdam.
Het procesverloop
In zaak II (C/09/645398 / JE RK 23-660) is bij beschikking van 1 juni 2023 van de kinderrechter in deze rechtbank de ondertoezichtstelling van [naam01] en de machtiging hem gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een voorziening voor pleegzorg verlengd van 2 juni 2023 tot 4 september 2023. De behandeling van de verzoeken is voor het overige aangehouden en verwezen naar de meervoudige kamer, voor een gecombineerde behandeling met het verzoek tot beëindiging van het gezag van de moeder (zaak I, C/09/647011 / FA RK 23-3200).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad, waaronder het raadsrapport van 28 april 2023 en de bereidverklaring tot aanvaarding van de voogdij van de gecertificeerde instelling van 9 mei 2023;
- het verzoekschrift met bijlagen van de gecertificeerde instelling van 5 april 2023;
  • het stuk getiteld verweerschrift, namens de grootouders ingediend door hun advocaat op 30 mei 2023;
  • de schriftelijke update van de gecertificeerde instelling van 23 augustus 2023;
  • het verweerschrift tevens inhoudende het zelfstandige verzoek van de moeder van 28 augustus 2023.
Op 28 augustus 2023 heeft de rechtbank de verzoeken ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
  • mevrouw [naam07] namens de Raad;
  • de heer [naam08] en mevrouw [naam09] namens de gecertificeerde instelling;
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • de grootouders, bijgestaan door hun advocaat;
  • de pleegouders.
Met instemming van de belanghebbenden, de raadslieden en de informanten is de beslissing op de verzoeken op 30 augustus 2023 mondeling medegedeeld.
Na de behandeling ter zitting zijn de volgende stukken ontvangen:
  • het e-mailbericht van GGZ Rivierduinen van 1 september 2023 waaruit blijkt dat productie 3 bij het verweerschrift van de moeder van 28 augustus 2023 niet conform het origineel is en dat er stukken tekst zijn weggelaten, aangepast of toegevoegd;
  • het e-mailbericht van 1 september 2023 van de advocaat van de moeder waaruit blijkt dat productie 3 bij het verweerschrift van 28 augustus 2023 wordt ingetrokken.

Feiten

  • De vader ( [naam10] ) heeft [naam01] erkend.
  • De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam01] .
  • Sinds september 2021 verblijft [naam01] in het huidige pleeggezin.

BelanghebbendenDe advocaat van de grootouders heeft ter zitting van 1 juni 2023 verzocht om de grootouders als belanghebbenden in de zaak met zaaknummer C/09/645398 / JE RK 23-660

aan te merken, omdat de grootouders al lange tijd ruime omgang met [naam01] hebben, waardoor er sprake is van family-life. Daarnaast heeft een medewerker van de griffie van de rechtbank de grootouders medegedeeld dat zij belanghebbenden zijn en gelet op het vertrouwensbeginsel mochten de grootouders uitgaan van de juistheid van die mededeling.
De belanghebbenden hebben geen verweer gevoerd tegen dit verzoek van de grootouders.
De rechtbank zal de grootouders niet aanmerken als belanghebbenden in deze procedure. Een beroep op het vertrouwensbeginsel gaat niet op, nu een mededeling van een medewerker van de griffie van de rechtbank hiervoor onvoldoende is. Hoewel de grootouders een belangrijke rol spelen in het leven van [naam01] , is deze rol te beperkt om hen aan te merken als belanghebbenden. Nu de grootouders niet als belanghebbenden worden aangemerkt, kunnen zij in deze procedure geen zelfstandige verzoeken doen. De rechtbank zal de grootouders aanmerken als informanten.

De verzoeken

De Raad verzoekt het gezag van de moeder over [naam01] te beëindigen en de gecertificeerde instelling te benoemen tot voogdes over [naam01] .
Aan het verzoek is ten grondslag gelegd dat het de moeder onvoldoende lukt om de verzorging en opvoeding van [naam01] op een verantwoorde manier op zich te nemen. In de thuissituatie is [naam01] getuige geweest van huiselijk geweld, waardoor zijn veiligheid in het geding was. [naam01] is om die reden op zeer jonge leeftijd uit huis geplaatst en verblijft sinds september 2021 in het huidige pleeggezin. Door de relatie met de vader en het huiselijk geweld waar de moeder aan is blootgesteld, is er bij de moeder mogelijk sprake van trauma gerelateerde klachten. De afgelopen jaren is het belang om duidelijkheid te verkrijgen over de problematiek van de moeder meerdere malen benadrukt, zodat zij kon worden versterkt in haar rol als moeder. Gebleken is dat de moeder de onderzoeksresultaten van de GGZ niet wil delen, waardoor er geen zicht is gekomen op de problematiek van de moeder. Vlak voorafgaand aan de zitting zijn de onderzoeksresultaten alsnog bekend geworden. Het is jammer dat het lang heeft moeten duren voordat de resultaten zijn gedeeld. Volgens de Raad heeft de gecertificeerde instelling de afgelopen jaren voldoende geprobeerd hulpverlening in te zetten. Dit heeft onvoldoende geleid tot een verbetering van de situatie. Vanwege de wisselende houding van de moeder ten aanzien van het accepteren en continueren van de benodigde hulpverlening is haar situatie en draagkracht onvoldoende verbeterd. Tijdens de contactmomenten tussen de moeder en [naam01] wordt gezien dat de moeder onvoldoende bij [naam01] kan aansluiten.
Naast de bezoekmomenten met de moeder ziet [naam01] de grootouders ook eenmaal per week. De grootouders zijn gescreend voor een pleegzorgplaatsing, maar gelet op de zorg en ondersteuning die zij ook voor de moeder dragen is dit niet passend bevonden. De moeder kan de grootouders afstoten wanneer zij contact heeft met de vader. Nu gebleken is dat de moeder weer contact heeft met de vader levert dit een risico en reden tot zorg op. Daarnaast is er sprake van loyaliteit van de grootouders richting de moeder, waarbij het de vraag is of zij het zullen aangeven indien het niet goed gaat met de moeder of zij de afspraken niet nakomt. Dit temeer nu de moeder ook bij de grootouders woont en is gebleken dat zij de grootouders kan beïnvloeden. Gelet hierop is het onwenselijk dat de grootouders naast hun rol als opa en oma de rol van opvoeder op zich zouden nemen.
In het pleeggezin ontwikkelt [naam01] zich goed. De pleegouders bieden [naam01] stabiliteit en een traumasensitief opvoedklimaat. Het perspectief van [naam01] ligt niet meer bij de moeder en gelet op de duur van de stabiele plaatsing en de hechting van [naam01] aan de pleegouders is de aanvaardbare termijn verstreken. Het is van belang dat de huidige stabiele plaatsing wordt gecontinueerd en dat er voor [naam01] duidelijkheid komt over zijn perspectief. Een gezagsbeëindigende maatregel biedt hem deze duidelijkheid.
Verder weegt mee dat de moeder sinds [naam01] bij de pleegouders verblijft verschillende keren praktische zaken ten aanzien van [naam01] heeft tegengehouden, waardoor een gang naar de rechter voor vervangende toestemming noodzakelijk was.
Gelet op de onderlinge verhoudingen, is het van belang dat de voogdij bij de gecertificeerde instelling wordt belegd. Een neutrale derde kan in het belang van [naam01] beslissingen nemen en ondertussen oog houden voor het belang van (regelmatige) contactmomenten met zowel de moeder als de grootouders.

Informatie van de grootouders

Namens de grootouders heeft de advocaat het volgende ter zitting naar voren gebracht. De grootouders willen het beste voor [naam01] en zetten zijn belangen voorop. De grootouders begrijpen dat [naam01] is gehecht in het pleeggezin. [naam01] heeft daarnaast ook nog zijn biologische familie waar hij gehecht aan is. Hoewel de grootouders ter zitting van 1 juni 2023 hebben aangegeven dat zij graag willen dat [naam01] bij hen wordt geplaatst, zodat zij de rol van primaire opvoeders op zich kunnen nemen, hebben zij inmiddels geen bezwaar meer tegen de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing bij de pleegouders. De grootouders hopen dat zij in de toekomst wel een grotere rol kunnen spelen in het leven van [naam01] door hem – naast het pleeggezin – een veilige plek bij hen thuis te bieden. Op die manier kan [naam01] de moeder ook vaker zien in een vertrouwde omgeving en krijgt de moeder de kans om zichzelf te verbeteren in het contact met [naam01] . De grootouders verwachten hierbij dat de moeder profijt zal hebben van (GGZ-)behandelingen en kan terugkeren naar haar eerdere niveau van functioneren. Gelet hierop vinden zij het te vroeg voor een gezagsbeëindiging.

Standpunten van de belanghebbenden

De gecertificeerde instelling sluit zich aan bij het verzoek van de Raad en heeft verzocht de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] te verlengen indien het verzoek tot beëindiging van het gezag wordt afgewezen. De moeder is onvoldoende in staat om aan te sluiten bij de opvoedbehoeften van [naam01] en adequaat op hem te reageren. Het lukt de moeder niet om zich aan bodemafspraken te houden. De afgelopen jaren is gebleken dat de moeder wisselend is ten aanzien van de inzet en continuering van de hulpverlening, waardoor zij onvoldoende is versterkt in haar rol als opvoeder en het haar niet lukt om de zorg voor [naam01] op zich te nemen. Het perspectief van [naam01] ligt bij de pleegouders. [naam01] verblijft daar inmiddels bijna twee jaar en daar wordt hem de stabiliteit en het opvoedingsklimaat geboden waar hij behoefte aan heeft. [naam01] is gehecht aan de pleegouders en het is van belang dat er voor hem duidelijkheid komt over waar hij zal opgroeien. Gelet op de zorg en ondersteuning die de grootouders aan de moeder bieden, is een plaatsing van [naam01] bij de grootouders en/of het belasten van de grootouders met de voogdij over [naam01] niet in zijn belang, omdat dit de onderlinge verhoudingen op scherp kan stellen. Het is van belang dat de moeder wordt gesterkt in haar rol als ouder op afstand, zodat de contactmomenten voor zowel de moeder als [naam01] op een fijne manier kunnen plaatsvinden. Het is belangrijk oog te blijven houden voor de rol die zowel de moeder als de grootouders spelen in het leven van [naam01] .
Na een korte schorsing van de zitting en overleg met haar advocaat heeft de moeder ter zitting haar eerdere standpunt gewijzigd en sluit zij zich aan bij hetgeen de grootouders naar voren hebben gebracht. Anders dan in het verweerschrift van 28 augustus 2023 voert de moeder niet langer verweer tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing bij de pleegouders. De moeder hoopt daarbij wel dat het contact met [naam01] snel kan worden uitgebreid, aangezien de contactmomenten tot op heden van korte duur zijn. Het creëren van een veilige plek voor [naam01] bij zowel de grootouders als de pleegouders, biedt de mogelijkheid om alle hechtingsrelaties in stand te houden. Daarbij kan de moeder op die manier [naam01] vaker zien en op een ongedwongen manier contact met hem hebben en kan zij in haar rol als ouder worden versterkt. De moeder doet haar best om haar persoonlijke situatie te verbeteren door zich in te zetten voor de benodigde hulpverlening. Nu er een mogelijkheid bestaat om zowel de familiebanden als de band met de pleegouders in stand te houden, is het van belang dat deze kans aan de moeder wordt geboden, alvorens een beslissing te nemen op het verzoek tot gezagsbeëindiging. Dit verzoek moet dan ook worden afgewezen.
De pleegouders hebben ter zitting naar voren gebracht dat het goed gaat met [naam01] . Wanneer [naam01] een volle dag heeft gehad kan hij druk en overprikkeld zijn. De pleegouders merken dat [naam01] behoefte heeft aan stabiliteit en structuur. [naam01] is meer dan welkom bij de pleegouders en hij heeft inmiddels zijn plekje gevonden binnen het pleeggezin.

Beoordeling

De rechtbank overweegt dat zij op grond van artikel 1:266, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) het gezag van een ouder kan beëindigen, indien
a. een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en de ouder niet in staat is de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 1:247, tweede lid, BW te dragen binnen een voor de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, of
b. de ouder het gezag misbruikt.
De rechtbank is van oordeel dat aan het criterium van artikel 1:266, eerste lid, onder a BW is voldaan. Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat de moeder de afgelopen jaren niet in staat is gebleken de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen, waardoor het opgroeiperspectief niet meer bij haar ligt. Vanwege onveiligheid in de thuissituatie die werd veroorzaakt door huiselijk geweld tussen de vader en de moeder, is [naam01] in 2021 uit huis geplaatst. De moeder heeft aan de relatie met de vader trauma gerelateerde klachten overgehouden. Daarnaast is sprake van persoonlijke problematiek waarvoor hulp vanuit de GGZ is ingezet. Tijdens de bezoekmomenten is gebleken dat het de moeder onvoldoende lukt om bij [naam01] aan te sluiten en adequaat op hem te reageren. Om de moeder te versterken in haar rol als ouder is er veel hulpverlening ingezet en zijn er veiligheidsafspraken gemaakt. Hoewel de moeder van goede wil is, lukt het haar onvoldoende om te profiteren van de hulpverlening. De moeder heeft de afgelopen jaren slechts een kleine vooruitgang geboekt en de (intensieve) hulpverlening van EENzorg heeft geconcludeerd dat op dit moment het hoogst haalbare is bereikt. De moeder is op dit moment niet in staat om de verzorging en opvoeding voor [naam01] op een verantwoorde manier op zich te nemen en het is niet reëel te verwachten dat zij dit in de toekomst wel volledig zal kunnen.
De grootouders hebben aanvankelijk een plaatsing van [naam01] bij hen voorgesteld waarbij zij de primaire opvoeders van [naam01] zouden zijn. De grootouders hebben hun standpunt gewijzigd en zich niet langer verzet tegen plaatsing bij de pleegouders.
De rechtbank overweegt dat [naam01] sinds september 2021 in het huidige pleeggezin verblijft. [naam01] heeft een sensitief opvoedingsklimaat nodig en heeft daarom verzorgers nodig die adequaat op hem kunnen reageren. De pleegouders bieden [naam01] het opvoedingsklimaat dat hij nodig heeft. In het pleeggezin ontwikkelt [naam01] zich goed en heeft hij zijn plekje gevonden. Gelet op de lange periode dat [naam01] al in het pleeggezin verblijft en de omstandigheid dat hij aan de pleegouders is gehecht als zijnde zijn primaire verzorgers, is de rechtbank van oordeel dat de aanvaardbare termijn voor [naam01] om onduidelijkheid te ervaren over zijn opgroeiperspectief, is verstreken. De rechtbank is met de Raad en de gecertificeerde instelling van oordeel dat het opgroeiperspectief van [naam01] bij de pleegouders ligt.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank het verzoek tot beëindiging van het gezag van de moeder toewijzen.
Aangezien de beëindiging van het gezag van de moeder ertoe leidt dat een voorziening in het gezag over [naam01] komt te ontbreken, dient de rechtbank op grond van artikel 1:275 BW een voogd over hem te benoemen. In dat verband overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank ziet dat er sprake van een ingewikkeld gezinssysteem. De moeder woont bij de grootouders en zij zijn zeer belangrijk voor haar. De grootouders helpen en ondersteunen de moeder waar nodig. De grootouders spelen daarnaast, naast de moeder, een grote rol in het leven van [naam01] . Zowel de moeder als de grootouders hebben wekelijks contactmomenten met [naam01] . De rechtbank vindt het contact van [naam01] met zijn familie ook belangrijk. De rechtbank merkt op dat in het recente verleden de grootouders nog de wens koesterden om primaire opvoeders van [naam01] te worden. De rechtbank acht het van groot belang voor [naam01] dat de onderlinge verstandhouding tussen de personen die belangrijk zijn voor [naam01] , te weten de pleegouders, de moeder, de grootouders en
-wellicht in wat mindere mate- de vader, niet onnodig onder druk komt te staan. Het behoud van een goede samenwerking tussen de pleegouders, de moeder en de grootouders is van groot belang.
Gelet op voormelde complexiteit van het systeem acht de rechtbank het van belang dat de voogdij over [naam01] bij een neutrale derde wordt belegd. De gecertificeerde instelling heeft zich schriftelijk bereid verklaard de voogdij over [naam01] te aanvaarden. De rechtbank zal de gecertificeerde instelling als voogdes benoemen.
De rechtbank hecht er tenslotte aan te benadrukken dat duidelijkheid over de plek waar [naam01] opgroeit en waar het zwaartepunt van zijn opvoeding ligt naar verwachting rust en duidelijkheid verschaft voor alle betrokkenen. In de toekomst zal hierdoor hopelijk meer ruimte ontstaan om te werken aan uitbreiding van het contact, mits in het belang van [naam01] .
Nu het gezag van de moeder over [naam01] wordt beëindigd en de gecertificeerde instelling belast zal worden met de voogdij over [naam01] , zullen de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van rechtswege komen te vervallen. De rechtbank zal de verzoeken van de gecertificeerde instelling tot verlenging van de maatregelen daarom afwijzen.

Beslissing

De rechtbank:
in de zaak met zaaknummer C/09/647011 / FA RK 23-3200:
beëindigt het ouderlijk gezag van de moeder:
- [naam02] , geboren op [geboortedatum02] 1995 te [geboorteplaats03] ,
over de minderjarige:
- [naam01] , geboren op [geboortedatum01] 2021 te [geboorteplaats02] ,
benoemt tot voogdes over voormelde minderjarige:
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland;
gelast de griffier deze beslissing te laten aantekenen in het gezagsregister;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
en
in de zaak met zaaknummer C/09/645398 / JE RK 23-660:

merkt grootouders moederszijde niet aan als belanghebbenden in deze procedure

wijst af de verzoeken tot verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 augustus 2023 door mrs. O.F. Bouwman, J.J. Peters, N.I.S. Boers tevens kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. L.B.M.A. Roozen als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 18 september 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.