ECLI:NL:RBDHA:2023:14008
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens eerdere beslissing
In de zaak tussen verzoeker, vertegenwoordigd door mr. T. der Bedrosian, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. I. Vugs, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 augustus 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag was door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen, omdat Roemenië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening op 1 augustus 2023 behandeld, samen met een andere zaak (NLNL23.20167). Tijdens de zitting heeft verzoeker zich laten vertegenwoordigen door mr. A.D. Kupelian, die als waarnemer optrad voor zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels al een uitspraak is gedaan in de andere zaak, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. A. Wilpstra - Foppen, en is openbaar gemaakt op 7 augustus 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.