ECLI:NL:RBDHA:2023:1399

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 februari 2023
Publicatiedatum
9 februari 2023
Zaaknummer
AWB - 22 _ 6808
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens gebrek aan adres en bestreden besluit

Op 10 november 2022 heeft eiser een beroepschrift ingediend bij het Centraal Inschrijfbureau vreemdelingenzaken, waarin hij een zienswijze heeft toegevoegd. De rechtbank heeft op 17 februari 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldeed aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat eiser geen volledig correspondentieadres had opgegeven en geen kopie van het bestreden besluit had bijgevoegd. De rechtbank heeft eiser in een herstelverzuimbrief op 23 november 2022 verzocht om deze verzuimen te herstellen, maar eiser heeft hierop niet adequaat gereageerd. Eiser heeft geen reden gegeven voor het ontbreken van de benodigde informatie, waardoor de rechtbank geen andere keuze had dan het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/6808

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 februari 2023 op het beroep van

[eiser], uit [woonplaats], eiser

V-nummer: [v-nummer].

Procesverloop

Eiser heeft op 10 november 2022 bij het Centraal Inschrijfbureau vreemdelingenzaken een brief ingediend waarop is vermeld: “Bijlage1: Zienswijze Reba” en met pen geschreven is: “Beroepschrift”.

Overwegingen

1. Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
2. Het beroepschrift bevat ten minste het adres [1] van de indiener en, zo mogelijk, een kopie van het bestreden besluit. [2] Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank - na een herstelmogelijkheid - het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiser heeft geen volledig (correspondentie)adres opgegeven en geen kopie van het bestreden besluit bijgevoegd bij het beroepschrift. De rechtbank heeft eiser bij brief van 23 november 2022 (herstelverzuimbrief) verzocht om binnen één week dit verzuim te herstellen. De herstelverzuimbrief is gericht aan het adres dat door de afzender op de envelop, waarin het beroepschrift is verzonden, is vermeld, VluchtelingenWerk Oost Nederland, Locatie Nijmegen, Ganzenheuvel 56, 6511 WD Nijmegen.
4. Op 29 november 2022 is een e-mailbericht van VluchtelingenWerk ontvangen met het verzoek meer gegevens over eiser door te geven zodat de brief kan worden doorgezonden dan wel in behandeling kan worden genomen. Hierop heeft de rechtbank een e-mailbericht gestuurd met het V-nummer: 2867.475.369 dat is vermeld in het beroepschrift. In antwoord daarop heeft VluchtelingenWerk bij e-mailbericht van 15 december 2022 meegedeeld dat eiser niet in hun systeem voor komt en bij hun niet bekend is. Het adres Ganzenheuvel 56 te Nijmegen is niet het adres waarop eiser te bereiken is.
5. Eiser heeft geen (correspondentie)adres en geen kopie van het bestreden besluit toegestuurd.
6. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
7. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.I.H. Kerstens-Fockens, rechter, in aanwezigheid van H.J. Hovinga, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 17 februari 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder a, van de Awb.
2.Artikel 6:5, tweede lid, van de Awb.